Buren in de Tachtigjarige Oorlog

Rampjaar voor de stad

Al aan het begin van de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) is Buren betrokken bij het verzet tegen de katholieke Spaanse overheersers. Het door de Spanjaarden bezette kasteel valt, dankzij een list, op 10 juli 1572 in handen van de Geuzen. Negen dagen later wordt in Dordrecht, in opdracht van prins Willem van Oranje, de eerste vrije Statenvergadering gehouden. Hier spreekt men zich uit tegen de Spaanse overheersing en wordt de organisatie van de opstand besproken.

Samen met Zaltbommel speelt Buren in de jaren 1572-1575 een strategische rol in het verzet. Vanuit Buren bestoken de troepen van de prins de Spanjaarden. Het gaat daarbij hard tegen hard door beide partijen, waarbij vooral de gewone man de dupe is. Boerderijen en hele dorpen worden verwoest, bewoners vermoord en landerijen niet meer bewerkt waardoor de honger toeslaat. Daarnaast lijdt de bevolking extra door een overstroming in 1574 en het uitbreken van de pest in hetzelfde jaar.

Herovering

Buren is voor de Spanjaarden een last en plannen worden gesmeed het weer te heroveren. In 1575 nemen zij de stad weer in waarbij veel burgers worden vermoord. Drie dagen later valt ook het kasteel, dat door kapitein Vogelzang wordt verdedigd.

Brand

Er komt nog een ramp. In de nacht van 1 op 2 oktober 1575 breekt brand uit waarbij een groot deel van de, voornamelijk uit houten huizen bestaande, stad verloren gaat. De brand zou ontstaan zijn door het omvallen van een kaars in het stro bij een door de pest getroffen grijsaard. Burens rol in het verzet is dan uitgespeeld.

Och my jammert met wee,
De moort van Bueren de stee
T'verraet dede haer sneven
Dat doet het Spaensch gebroet
Monsieur Hierges verwoet,
Heeft dese moort bedreven.

Geuzenlied uit 1575


Auteur: Wim Veerman