Wel zijn er altijd reizigers geweest, ook in Buren. De oudste vermelding van een herberg dateert uit 1596. Deze herberg 't Vlies komen we honderd jaar later tegen onder de naam Sijne Conninclycke Majt. van Groot Brittagne, later als Beekman en kennen we nog altijd, nu als De Prins.
Negentiende eeuw
Ruim een eeuw na Wagenaar verschijnt een echte toeristische uitgave van mr. A.W. Engelen in 1865. Hij beschrijft Buren, voorzien van een kleurenlitho, als 'thans weinig aanzienlijk, schoon 't in den laatsten tijd mede een vriendelijker voorkomen heeft verkregen.' Uitvoeriger is het 19e eeuwse standaardwerk de 'Wandelingen door Nederland', geschreven door J. Craandijk in 1884. Na een uitvoerige beschrijving van de stad en haar geschiedenis concludeert hij: 'Al is dus van het slot en zijn heerlijkheid niets meer over, dan wat gehouwen steen in de lage kom, met moesgroenten beteeld, dan de wallen en het schaduwrijke plantsoen waarin thans een hoekje tot begraafplaats is afgezonderd, dan een oude poort met vervallen woningen, - om de wille van vele herinneringen, er aan verbonden, is het ten volle waardig, dat de Nederlander, wien zijn vaderland en zijn geschiedenis dierbaar is, bij zijn rondwandeling ook herwaarts zijn schreden rigte.'
Eigen VVV
Pas midden jaren zeventig krijgt Buren haar eigen VVV. De indrukwekkende restauraties van het centrum en de vestiging van aantrekkelijke musea zorgen dan voor een toenemend permanent toerisme. De eerste toeloop is vooral gekoppeld aan de bloesemtijd. Maar de vestiging van bijzondere musea, het toenemend aantal evenementen, de groeiende historische aandacht en de relatie met het Koningshuis, zorgen ervoor dat toerisme, ook economisch, voor de stad steeds belangrijker wordt.
Rechten
Wim Veerman