Jacobus Craandijk, 1884
Voor kennis van onze geschiedenis zijn archieven van onschatbare waarde. Zo ook voor de geschiedenis van Buren. Maar niet alles blijft altijd bewaard.
In 1620 laat het stadsbestuur een eiken kist maken om de stadspapieren veilig in te bewaren. Veel is verloren gegaan bij de grote stadsbrand van 1575 en tijdens de Franse bezettingen van 1672. In de 18e eeuw stoken Franse soldaten een deel op, tegen de kou! Maar veel is ook gewoon opgeruimd, zoals blijkt uit bijgaand citaat.
Naar Leiden
Het overgebleven archief, bewaard naast de kerktoren waar dan de secretarie is gevestigd, wordt in 1755 overgebracht naar het stadhuis. Als in oktober 1794 de Franse invallers Buren naderen, krijgen de papieren een veilige plaats ten huize van de stadsburgemeester Van de Kasteele, die ermee naar Leiden vertrekt. Bij de sloop van het kasteel in 1804 blijkt dat ook hier veel gemeentelijke stukken worden bewaard.
Bij het streekarchief
Pas na de Tweede Wereldoorlog wordt het inmiddels chaotische stadsarchief bij het Rijksarchief Utrecht geïnventariseerd en daarna ondergebracht in een tot archiefkluis ingerichte kelder van het gemeentehuis. Als Buren zich in 1961 aansluit bij het streekarchief, wordt het stadsarchief openbaar. Eén dag in de week kunnen bezoekers een afspraak maken met de aangestelde archivaris, om stukken in te zien.
Dagelijks raadplegen kan
Door de herindeling van 1978 komen de gemeentearchieven van Beusichem en Zoelen erbij. De ruimte is hiervoor te klein en daarom verhuist het archief in 1982 naar een daartoe verbouwde schuur aan het Achterbonenburg, nu met de luxe van een bezoekersruimte annex werkkamer. Dertig jaar later krijgt het een plaats in de centrale archiefbewaarplaats van het nieuw gebouwde Regionaal Archief Rivierenland in Tiel. Het Burense archief is nu zonder afspraak dagelijks te raadplegen. Veel is verloren gegaan maar nog veel meer bewaard gebleven. Het archief is een bezoek meer dan waard.
Auteur: Wim Veerman