Europa ( de tijd van nu )
Nederland staat niet opzichzelf, maar is nauw verbonden met de omliggende landen , die samen Europa vormen . Na de tweede Wereldoorlog zagen staatslieden van een aantal west-Europese landen in dat de Europese toekomst moest liggen in samenwerking , om te helpen voorkomen dat er weer oorlog zou uitbreken . Het begon met samenwerking op het gebied van strategische grondstoffen . Omstreeks 1950 waren dat kolen en staal . Steenkool was in die tijd de belangrijkste energiebron , staal was op grote schaal nodig om de infrastructuur van west-Europa weer op te bouwen . Zes Europese landen tekende in 1951 het verdrag van Parijs en richten zo de Europese Gemeenschap voor kolen en staal (EGKS) op.
-
Weg met Filips de Tweede!
Sinds 1555 heerst de Spaanse koning Filips de Tweede, zoon van Karel de Vijfde, over de Nederlanden. Die bestaan uit verschillende gewesten (provincies). Daar klinkt steeds meer protest tegen de manier waarop Filips het land bestuurt. Samen komen ze in opstand, met Willem van Oranje als hun leider. Weg met die Spaanse tiran!
De Staten-Generaal, de leiders van de gewesten, ondertekenen in 1581 het ‘Plakkaat van Verlatinghe’. Daarin schrijven ze dat ze Filips niet meer erkennen als hun koning. Ze verlaten hem. Ze willen een koning die de Nederlandse gewesten en steden meer rechten geeft. Maar waar vind je zo snel een koning? Willem van Oranje kan het niet doen. Hij moet zich verschuilen, want wie hem vermoordt krijgt van Filips 25.000 gouden dukaten. In 1584 wordt Willem van Oranje in opdracht van Filips de Tweede doodgeschoten. Maar de opstandelingen zijn niet voor één gat te vangen… ze kiezen de republiek als staatsvorm.
-
Uniek in Europa
De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden bestaat uit Holland, Zeeland, Groningen, Utrecht, Friesland, Gelderland en Overijssel. Elk gewest bestuurt zichzelf. Soms komen de leiders van de gewesten (de Staten-Generaal) bij elkaar op het Binnenhof in Den Haag. Het zijn allemaal rijke, protestantse mannen. Katholieke kerkdiensten zijn officieel verboden.
De vroegere Nederlanden zijn nu in twee delen uiteengevallen. De noordelijke Republiek en de zuidelijke Nederlanden: het huidige Brabant, Limburg en Vlaanderen. Hier hebben de katholieke Spanjaarden nog de macht. Protestanten zijn niet veilig, ze worden vervolgd. Veel mensen uit steden als Antwerpen en Gent vluchten daarom naar het protestantse noorden.
-
Vluchtelingen brengen groei
Tussen 1572 en 1630 vluchten ruim 100.000 protestanten uit de zuidelijke Nederlanden naar de Republiek. De migranten komen vooral naar de Zeeuwse en Hollandse handelssteden. Ze nemen geld mee en handelscontacten. Zij helpen Nederland rijker en rijker worden. Ook veel Franse protestanten vluchten naar Nederland.
Vaklieden en mensen met een groot handelsnetwerk worden met open armen ontvangen – ze kunnen de stad immers rijker maken. Maar er is ook angst voor concurrentie. Amsterdamse kooplieden proberen de Antwerpenaren bijvoorbeeld buiten de handel te houden. Maar al is er weerstand, de vluchtelingen uit het zuiden zijn belangrijk voor de groei van de welvaart en de bloei van de kunsten. De rijkdom van de 'Gouden Eeuw' is voor een belangrijk deel aan hen te danken.
-
Strijd om de macht
In de provincie Holland hebben twee mannen veel macht. Johan van Oldenbarnevelt is de raadspensionaris – een soort minister-president of baas van de regering. En dan is er Maurits, de stadhouder. De stadhouder is altijd iemand van de familie Van Oranje-Nassau, dus een ver familielid van koning Willem-Alexander. Maurits is ook de baas van het leger.
Maurits, zoon van de vermoorde Willem van Oranje, is nog maar 17 als hij stadhouder wordt. Hij vecht met succes tegen de Spanjaarden. Ondanks de oorlog groeit de welvaart in de Republiek. In 1602 wordt de Verenigde Oost-Indische Compagnie opgericht en bloeit de handel in kostbare producten uit Azië. Raadspensionaris Johan van Oldenbarnevelt wil een wapenstilstand met Spanje. De oorlog kost veel geld en is niet goed voor de handel en welvaart. Maar legerleider Maurits wil liever doorvechten tegen de Spanjaarden.
-
Maurits wint
Van Oldenbarnevelt sluit tegen de wil van Maurits in 1609 tijdelijk vrede met de Spanjaarden: het Twaalfjarig Bestand. Maurits en Van Oldenbarnevelt krijgen steeds meer ruzie. Maurits wil nog steeds doorvechten. En dan hebben ze ook nog eens ruzie over het geloof. Al zijn ze allebei protestant, ook binnen die kerk zijn er verschillende ideeën.
Als Van Oldenbarnevelt zich teveel met het leger gaat bemoeien en de macht van Maurits kleiner maakt, wordt de stadhouder zo kwaad dat hij Van Oldenbarnevelt laat arresteren. Hij beschuldigt de bejaarde raadspensionaris van hoogverraad. In 1619 wordt Van Oldenbarnevelt op het Binnenhof in Den Haag in het openbaar onthoofd, 72 jaar oud.
-
Oorlog te land en ter zee
In 1621 is het gedaan met de tijdelijke vrede. De oorlog met Spanje barst weer los - niet alleen in de Republiek, maar ook overzee. De VOC voert dan al bijna 20 jaar oorlog in Azië tegen Spanje en andere Europese landen. Nu komt er een compagnie die het staatsmonopolie krijgt in West-Afrika en Noord- en Zuid-Amerika: de West-Indische Compagnie.
De belangrijkste reden voor de oprichting van de West-Indische Compagnie is kaapvaart op de Spanjaarden, die met schepen vol zilver uit hun koloniën in West-Indië terugkomen. Ook wil de Republiek koloniën stichten in West-Indië. Ze verovert Brazilië en gaat zich bezighouden met het vervoer en de handel in tot slaaf gemaakten.
-
De oorlog voorbij
Pas in 1648 wordt het eindelijk echt vrede. Tachtig jaar na het begin van de Opstand tekenen de Nederlanden en Spanje de Vrede van Münster, genoemd naar de Duitse stad waar het vredesverdrag is ondertekend. De Republiek der Nederlanden is vanaf nu officieel een onafhankelijke staat.
-
Het rampjaar 1672
Ruim 20 jaar na de Tachtigjarige Oorlog wordt de Republiek van vier kanten aangevallen: door Engeland, Frankrijk en de Duitse bisdommen Keulen en Münster. De machtigste man van de Republiek, raadspensionaris Johan de Witt, krijgt de schuld. Hij heeft het stadhouderschap – waar ook het leger onder valt – afgeschaft. Maar een groot deel van het volk (de orangisten) wil een sterke stadhouder: Willem III van Oranje. Die zal de Republiek redden.
Johan de Witt overleeft een moordaanslag, maar kan niet verhinderen dat de Staten van Holland Willem III tot stadhouder benoemen. Johans broer Cornelis wordt beschuldigd van een moordaanslag op Willem III en gevangen genomen. Zonder bewijs en na zware mishandeling wordt hij veroordeeld tot verbanning: hij moet het land verlaten. Als Johan hem komt ophalen uit de gevangenis, worden de broers door woedende burgers wreed vermoord. Lichaamsdelen worden van de lijken afgesneden en verkocht. Wie zat hierachter? Was het Willem III? Het is nooit bewezen…
-
Het einde van de Republiek
De Republiek overleeft met moeite het rampjaar 1672. De Nederlandse vloot onder leiding van Michiel de Ruyter verslaat de Engels-Franse vloot. En de nieuwe stadhouder Willem III weet aan land de vijand te verdrijven. Maar de gouden tijden van de Republiek zijn definitief voorbij: het is crisis.
Vanaf 1700 gaat het steeds slechter met de Republiek. Het leger is verzwakt door alle oorlogen en de handel loopt terug door buitenlandse concurrentie. Heel langzaam komt ook een andere beweging op gang: die van de burgers. Zij zijn het zat om altijd te gehoorzamen aan de machthebbers en aan de kerk. Kritische burgers verenigen zich en noemen zich patriotten. Ze geloven in de idealen van de Franse Revolutie: vrijheid, gelijkheid en broederschap. Maar Frankrijk, waar Napoleon aan de macht is, maakt zich op voor de aanval. Na ruim twee eeuwen komt er in 1795 een einde aan de Republiek der Nederlanden. De Fransen grijpen de macht.
Vensterplaat De Republiek. Illustratie: John Rabou.
Vensterplaat
-
Wat is een grondwet?
De grondwet is de belangrijkste wet van een land. Er staat in beschreven wie de macht heeft en hoe die macht wordt uitgevoerd. Meestal staan in een grondwet ook grondrechten: belangrijke rechten en vrijheden van burgers. In de grondwet vind je de spelregels van een samenleving.
Soorten grondrechten
Er zijn twee soorten grondrechten. Klassieke grondrechten beschermen de burger tegen de staat, maar gelden ook voor burgers onderling. Deze grondrechten zijn bijvoorbeeld de vrijheid van meningsuiting, recht op privacy, recht op gelijke behandeling en kiesrecht. Een rechter kan over deze rechten uitspraak doen. Je kunt naar de rechtbank stappen als je bijvoorbeeld vindt dat iemand je discrimineert. Sociale grondrechten zijn er vooral voor de overheid: die moet goed voor haar burgers zorgen. Voorbeelden zijn het recht op een woning, onderwijs en gezondheidszorg.
-
Van onderdaan naar burger
Lange tijd is er helemaal geen grondwet. In de middeleeuwen is de koning de baas – zijn wil is wet. De mensen in het land zijn onderdanen die hem moeten gehoorzamen. Maar aan het eind van de 18de eeuw zijn mensen in heel Europa het beu. Ze eisen meer burgerrechten en vrijheden. In Frankrijk vindt een revolutie plaats: de koning wordt verdreven en het land wordt een republiek.
De Franse Revolutie en Europa
Vrijheid, gelijkheid en broederschap: dat willen de opstandelingen in Frankrijk aan het eind van de 18e eeuw. Al die hele eeuw lang zijn er mensen in Europa die protesteren tegen de oude manier van denken. Ze willen niet meer blind geloven wat de kerk of koning zegt. Ze willen hun gezond verstand gebruiken. Deze stroming noemen we de Verlichting. En uiteindelijk komen die ideeën van vrijheid en gelijkheid terecht in onze grondwet.
-
De eerste grondwet in Nederland
Eigenlijk is de eerste grondwet van Nederland de Staatsregeling voor het Bataafse volk van 1798. Alleen heet Nederland dan de Bataafse Republiek en hebben de Fransen er de macht. In de Staatsregeling gaat het voor het eerst over één staat, over rechten en plichten van burgers en over een gekozen volksvertegenwoordiging.
Een ondeelbaar land
Deze eerste grondwet in de Franse tijd is een breuk met de Republiek der Verenigde Nederlanden. Binnen de Republiek hadden de verschillende provincies veel macht. Maar nu is dat afgelopen. Nederland wordt een eenheidsstaat, met een nationale regering. De ideeën van de Franse revolutie krijgen ook voet aan de grond. Iedere burger is gelijk voor de wet en heeft vrijheid van meningsuiting, vergadering en drukpers. Maar ook vrijheid van godsdienst. Er komt een scheiding tussen kerk en staat: ze bemoeien zich niet meer met elkaar en regelen ieder hun eigen zaken.
-
Nederland een koninkrijk
In 1813 wordt Napoleon verslagen en trekken de Franse troepen zich terug. Nederland, dat een paar jaar een deel van Frankrijk was, wordt weer vrij. In 1815 wordt het Koninkrijk der Nederlanden uitgeroepen, met prins Willem Frederik van Oranje Nassau als eerste koning: Willem I. Er komt een nieuwe grondwet en die geeft vooral de vorst veel macht.
Vriendjespolitiek
De Staten-Generaal bestaan vanaf nu uit een Eerste en Tweede Kamer. De leden van de Eerste Kamer worden door Willem I gekozen – en die kiest natuurlijk voor zijn vrienden. Zo houdt hij de macht in handen. De Tweede Kamer mag wetsvoorstellen indienen, maar via de Eerste Kamer kan de koning die tegenhouden als ze hem niet bevallen. Maar wanneer zijn zoon Willem II hem in 1840 opvolgt, slaat in Europa opnieuw de vlam in de pan: burgers eisen hun rechten op.
-
Opstand in Europa!
In 1848 breken in heel Europa opstanden uit. De mensen zijn de macht van de koning zat. Ze willen een andere grondwet met meer vrijheid voor de burgers en minder macht voor de koning. In Nederland is dan Willem II aan de macht. Ook daar broeit het…
Protest in Den Haag
Als in Den Haag mensen met fakkels de straat op gaan naar het paleis, wordt Willem II zenuwachtig. Hij beseft dat hij veranderingen niet langer kan tegenhouden. Liever iets minder macht en op de troon blijven dan verstoten worden – zoals sommige andere vorsten in Europa. Hij besluit een commissie te benoemen die de grondwet moet aanpassen. Hoofd van die commissie is de politicus Thorbecke.
-
Thorbecke
De politicus Johan Rudolf Thorbecke leidt in 1848 de commissie die de grondwet moet hervormen. En hij durft! In zijn voorstel zijn de ministers verantwoordelijk voor hoe het land geleid wordt – niet langer de koning. Thorbecke weet Willem II te overtuigen: hij ondertekent de wet. Omdat burgers vanaf nu meer te zeggen hebben, is deze grondwet van 1848 de basis is van onze huidige democratie.
Addertje onder het gras
Hoewel… meer te zeggen? De volksvertegenwoordigers in de Tweede Kamer worden vanaf 1848 wel door burgers gekozen, maar het zijn alleen de rijke mannen die kiesrecht hebben. Pas in 1917, meer dan een halve eeuw later, mogen alle mannen stemmen. En twee jaar later, in 1919, krijgen ook vrouwen stemrecht. Tegenwoordig mag iedereen stemmen die de Nederlandse nationaliteit heeft en 18 is of ouder.
-
Discriminatie verboden
Omdat de grondwet de belangrijkste wet is, gaat veranderen niet zo makkelijk. De grote grondwetswijziging van 1983 nam meer dan 30 jaar in beslag! Hoofdstuk 1 van die vernieuwde grondwet beschrijft de grondrechten van de burgers. Het begint met Artikel 1: alle mensen in Nederland worden in dezelfde situatie gelijk behandeld.
Zijn en zeggen wat je wilt
Discriminatie om godsdienst, levensovertuiging, politieke overtuiging, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is verboden. Je bent vrij om te geloven wat je wilt. Om lief te hebben wie je wilt. Om te denken wat je wilt. Voor de wet is iedereen gelijk. Je hebt ook het recht om iets te vragen aan de overheid, of een klacht in te dienen. Je mag een brief sturen aan de burgemeester, de Tweede Kamer of een minister. Je hebt recht op antwoord – maar alleen als je je brief ondertekent! Er zijn ook andere manieren om de regering te laten weten wat je vindt. Handtekeningen verzamelen (petitie) bijvoorbeeld, of een protestmars organiseren. Ook dat is een belangrijk grondrecht van Nederlandse burgers: het recht van meningsuiting.
Vensterplaat De Grondwet. Voor docenten: Vensterles groep 7-8 of onderbouw VO. Illustratie: Ingrid Joustra.
Vensterplaat