Vincent van Gogh wordt geboren in het Brabantse dorp Zundert. Daar groeit hij op en gaat hij naar school. Hij is een stille jongen, maar met zijn vier jaar jongere broer Theo heeft hij een sterke band. Als hij bijna 16 jaar is, gaat Vincent werken in de kunsthandel van zijn oom in Den Haag.
Kunst en schilderijen interesseren hem erg, maar hij vindt de kunst die hij moet verkopen eigenlijk niet mooi. Hij besluit om dominee te worden, net als zijn vader. In België gaat hij preken voor de arme mijnwerkers. Maar de mensen daar vinden hem vreemd, omdat hij bij een arm mijnwerkersgezin woont en hij al zijn geld en kleren weggeeft.
Vincent, die steeds meer is gaan tekenen, besluit kunstenaar te worden. Hij maakt schilderijen die veel mensen nu erg mooi vinden. Pas na zijn dood wordt Vincent van Gogh wereldberoemd.