Aan het einde van de achttiende eeuw staan er in Nederland twee groepen tegenover elkaar. De aanhangers van stadhouder Willem de Vijfde staan aan de ene kant. Aan de andere kant staan de patriotten. De patriotten vinden dat de stadhouder teveel macht heeft. Ze willen de macht van hem overnemen. Daarom richten de patriotten in veel steden 'vrijkorpsen' op. Dat zijn legertjes van gewapende burgers, waar de stadhouder géén macht over heeft. Het eerste vrijkorps, met de naam 'De Vrijheid', wordt opgericht op 26 juli 1783 in Dordrecht.