De Franse Revolutie is de opstand van Franse arbeiders en boeren tegen de adel en het Franse koningshuis in 1789. De Franse koning en de adel hebben alle macht in Frankrijk in die tijd. Het Franse volk vindt dat ze door hen onderdrukt worden en komt hiertegen in opstand.
De revolutie begint op 14 juli 1789. Op die dag bestormt het volk de gevangenis van Parijs, de Bastille. Zeven gevangenen worden bevrijd. Daarna verandert er veel in Frankrijk. De koning wordt afgezet en gedood. Frankrijk wordt een republiek, een land zonder koning. In de nieuwe republiek krijgen de burgers meer macht. De Franse Revolutie is het begin van grote veranderingen in heel Europa.
Ook in ons land willen de burgers meer macht. Deze burgers noemen zichzelf patriotten. De patriotten hebben al in 1787 geprobeerd de macht van stadhouder Willem Vijfde, in die tijd de belangrijkste man van Nederland, over te nemen. Dat is toen niet gelukt. Maar in 1795 komen de Fransen de patriotten helpen en moet Willem Vijfde naar Engeland vluchten.