Johannes van der Steur vertrok in 1892 als zendeling naar Java. Een zendeling gaat naar andere landen om de mensen daar te helpen en over God te vertellen. Java is een eiland van Indonesië. In 1892 werd Indonesië nog door Nederland bestuurd. Veel Nederlandse soldaten kregen kinderen bij Indische vrouwen. Maar er waren veel kinderen voor wie niemand zorgde. Bijvoorbeeld omdat hun moeder hen verliet. Of omdat hun vader niet wist dat hij hun vader was, of dat niet wilde zijn.
Johannes van der Steur nam, samen met zijn vrouw en andere mensen, veel van deze kinderen in huis. Ze werden verzorgd en kregen een goede opleiding in Huize Oranje-Nassau. Daardoor kregen de meeste 'Steurtjes' later een goede baan. In totaal heeft Johannes wel meer dan 7000 kinderen in huis genomen. Door al deze kinderen werd hij 'Pa' genoemd.
In 1942 bezetten de Japanners Nederlands-Indië. De meeste Nederlanders werden door hen in kampen gestopt. Ook Pa van der Steur kwam in 1944 in een kamp terecht. Na de bevrijding hoorden de Steurtjes dat hij de kampen had overleefd. Ze brachten hem terug naar Huize Oranje-Nassau. Daar stierf hij op 16 september 1945.
Het kerkhof waar Pa van der Steur is begraven ligt in Magelang, Indonesië. Jaarlijks op 10 juli worden er bloemen gelegd ter herdenking. De stichting Bond van Oud Steurtjes onderhoudt het kerkhof in samenwerking met Kota Toea Magelang.