Jodenhaat

Sig Menko

Komt voor in: Sig Menko

Jodenhaat

Vanaf de middeleeuwen komen er steeds meer Joden vanuit Oost-Europa en Portugal naar West-Europa. Joden zijn hier nooit geliefd geweest, ook niet in Enschede. In 1767 wijst de burgemeester van Enschede 4 Joodse gezinnen af om in Enschede te mogen wonen, omdat ze niet te vertrouwen zijn en ’strafwaardig’ gedrag vertonen. Die achterdocht jegens Joden heeft drie belangrijke oorzaken:
A. Jezus Christus, die als verlosser van alle christelijke mensen wordt gezien, is aan het kruis gestorven. In de bijbel worden de Joden als de daders van deze kruisiging genoemd. Vooral de katholieke kerk heeft dat eeuwenlang zo benoemd.
B. Het Joodse geloof met zijn eigen tradities, kleding en voedselvoorschriften kwam op de meeste mensen heel vreemd over.
C. Als je wilde werken in de Middeleeuwen moest je lid zijn van een gilde. De Joden konden geen lid worden en dus zochten ze ander soort werk. Het werk van handelaar of bankier was niet ondergebracht in een gilde en daarom kozen Joden voor dit werk. Om geld te kunnen lenen vroegen de joodse bankiers vaak hoge rentes.
Dit alles maakte dat ze slecht geaccepteerd werden. En als er een calamiteit zoals hongersnood of een natuurramp zich voltrok, dan kregen de Joden er de schuld van. Zij waren dus de zondebok.

Vanaf de middeleeuwen komen er steeds meer Joden vanuit Oost-Europa en Portugal naar West-Europa. Joden zijn hier nooit geliefd geweest, ook niet in Enschede. In 1767 wijst de burgemeester van Enschede 4 Joodse gezinnen af om in Enschede te mogen wonen, omdat ze niet te vertrouwen zijn en ’strafwaardig’ gedrag vertonen. Die achterdocht jegens Joden heeft drie belangrijke oorzaken:
A. Jezus Christus, die als verlosser van alle christelijke mensen wordt gezien, is aan het kruis gestorven. In de bijbel worden de Joden als de daders van deze kruisiging genoemd. Vooral de katholieke kerk heeft dat eeuwenlang zo benoemd.
B. Het Joodse geloof met zijn eigen tradities, kleding en voedselvoorschriften kwam op de meeste mensen heel vreemd over.
C. Als je wilde werken in de Middeleeuwen moest je lid zijn van een gilde. De Joden konden geen lid worden en dus zochten ze ander soort werk. Het werk van handelaar of bankier was niet ondergebracht in een gilde en daarom kozen Joden voor dit werk. Om geld te kunnen lenen vroegen de joodse bankiers vaak hoge rentes.
Dit alles maakte dat ze slecht geaccepteerd werden. En als er een calamiteit zoals hongersnood of een natuurramp zich voltrok, dan kregen de Joden er de schuld van. Zij waren dus de zondebok.