Johan Thorbecke
Grondlegger van de Parlementaire geschiedenis
Johan Thorbecke is geboren in een arm gezin in Zwolle, 1798. Hij is afgestudeerd in letteren aan de universiteit in leiden. Na zijn studie is hij naar Duitsland verhuisd waarna hij in België een hoogleraar werd aan de Unversiteit van Gent. Alleen moest hij terugkeren naar Nederland na de Belgische opstand.
Thorbecke heeft veel gedaan voor de grondwet, zoals de herziening van de grondwet over het invoeren van ministeriele verantwoordelijkheid en rechtstreekse verkiezingen in 1844. Toch werd deze niet in behandeling genomen. In 1848 werd hier serieuzer naar gekeken, dit komt doordat koning Willem II na de inval van de Franse bang werd over zijn positie. Hierdoor vroeg hij Thorbecke voorzitten te worden voor de grondwetscommissie. De nieuwe grondwet werd bijna volledig gemaakt door Thorbecke, met veranderingen zoals:
- Invoering van de ministeriele verantwoordelijkheid
- Invoering van het recht van amendement aan de tweede kamer
- Het recht van enquête aan de eerste kamer
Johan Rudolph Thorbecke was voorzitter van de grondwetscommissie in 1848 en grondlegger van de Parlemtaire democratie. Hij heeft tot zijn dood drie kabinetten geleid.
Ook heeft Thorbecke, als leider van het kabinet, veranderingen onder zijn leiding meegemaakt. Zoals:
- het instellen van de kieswet
- verbetering van infrastructuur
- toelating van meisjes tot het HBS en de universiteit door Aletta Jacobs als eerste vrouw aan de medicijnen laten studeren.
- en meer.
Al deze wetten leiden tot minder zeggenschap van de koning, daar was Koning Willem II niet echt blij meer. Hierdoor boden Thorbecke en zijn ministers hun ontslag aan, en deed de koning alles eraan om Thorbecke uit de regering te houden.
6 Juni 1872 overleed Thorbecke aan een longontsteking.
Doordat Johan Thorbecke een grondlegger was van de parlementaire geschiedenis, past hij hier goed bij de geschiedenis van de rechtstaat en democratie. Hij heeft namelijk zich ingezet voor de vrijheid van het volk, en was zelfs leider van 3 kabinetten, waar hij wetten heeft ingevoerd die met name gunstig waren voor het volk.