De Stasi was het ministerie van Staatsveiligheid in de DDR, maar functioneerde vaak ook als geheime inlichtingendienst. Doelen van de stasi waren om informatie over iedereen te krijgen en tegenstanders van de DDR op te sporen, maar het voornaamste doel was om de DDR te beschermen tegen tegenstanders. Elke kleine misstap die een burger maakte werd gedocumenteerd en kon tegen deze burger worden gebruikt. Overal hingen camera’s en microfoontjes. Op deze manier hield de Stasi elke burger in de gaten en konden ze zien als een burger iets verkeerd deed. 

De Stasi werd tot leven geroepen op 8 februari 1950, de reden hiervoor was dat de Oost-Duitse regering de vijanden van de staat in de gaten wilde houden. Het initiatief voor de oprichting van de stasi kwam vanuit Moskou, de Sovjet-Unie wilde graag een organisatie als de stasi in de DDR. 

In 1957 werd Erich Mielke minister van Staatsveiligheid, hierdoor werd hij ook het hoofd van de Stasi. Onder de leiding van hem werd de Stasi een enorm effectieve organisatie. Een van de redenen waarom de Stasi zo effectief was was omdat ze veel burgerinformanten gebruikten, dit zijn burgers die informatie over medeburgers moeten doorgeven aan de Stasi. Een op de 50 inwoners van de DDR was zo een burger informant. Iedereen kon zo een informant zijn, hierdoor leefden veel burgers in angst en wantrouwen. Naast spionage in de DDR deed de Stasi ook aan spionage in de DDR.

Een voorbeeld hiervan is Günter Guillaume. Hij was in opdracht van de DDR/Stasi naar de BRD verhuisd. Hier werkte hij lang voor de overheid, na een lange tijd had hij zich opgewerkt tot de rechterhand van Willy Brandt, hij was de toenmalige bondskanselier van West-Duitsland. In deze positie gaf Guillaume veel informatie door aan de Stasi. In 1974 werd dit ontdekt en werd Guillaume gearresteerd. Ook was dit de aanleiding tot het aftreden van Willy Brandt. Later kwam dit bekend te staan als het Guillaume schandaal.

Als de Stasi iemand oppakte, wilde ze vaak iets van deze burger. Het gebeurde bijna nooit dat deze burger dan meteen vertelde wat de Stasi van hem of haar wilde. Om deze informatie uit een burger te halen gebruikt de Stasi vaak marteltechnieken en andere manieren om het de burger zwaar te maken. De DDR beweerde wel een rechtsstaat te zijn. Daarom zorgden de Stasi ervoor dat iedereen die ze oppakte vroeg of laat voor de rechtbank terecht kwam te staan. In het idee van de rechtsstaat konden burgers ook een officiële aanvraag doen het land te verlaten. Deze aanvraag werd dan nagekeken en als de aanvraag goed werd gekeurd dan mocht de burger naar een ander land, vaak was dit West-Duitsland. Als deze aanvraag niet werd goedgekeurd dan beschuldigde de overheid van de DDR deze burger meteen met Republikflucht. Dit was in de DDR een zware misdaad en kon leiden tot een straf van 5 jaar celstraf. 

Na de val van de Sovjet-Unie en de val van de Berlijnse muur (1989) werd de Stasi opgeheven. Dit laatste gebeurde in 1990. Een deel van de archieven van de Stasi werd verbrand, het andere deel werd opengesteld in 1992. Erich Mielke was leider van de Stasi totdat deze viel. 

 

Geschreven door Stijn de Boer