Propaganda en beïnvloeding

Propaganda

De nazi's gebruikten veel propaganda om hun ideeën te verspreiden en de steun van de Nederlandse bevolking te winnen. Via radio-uitzendingen, bioscoopfilms, krantenartikelen en posters (met mooie kleuren) probeerden ze de Nederlanders ervan te overtuigen dat het nationaalsocialisme goed was, dat Duitsland de oorlog zou winnen, en dat Joden een bedreiging vormden. Vooral films speelden een grote rol in het verspreiden van racistische ideeën, waarin Joden als gevaarlijke "ondermensen" werden gezien.

In 1933 richtte Adolf Hitler het Reichsministerie voor Openbare Verlichting en Propaganda op, onder leiding van Joseph Goebbels. Dit ministerie was verantwoordelijk voor het verspreiden van de nazi-ideologie door middel van kunst, theater, boeken, films en de pers. Een van de meest invloedrijke kranten was Der Stürmer, waarin antisemitische cartoons werden gepubliceerd. Na de Duitse inval in Polen in 1939 gebruikte het naziregime deze propagandamiddelen om het Duitse volk ervan te overtuigen dat Joden gevaarlijke vijanden van het rijk waren en dat ze weg moesten als Duitsland wilde voortbestaan (oorzaak). Het gevolg hiervan is dat Nazi Duitsland steun kreeg van de bevolking.

 

De inhoud van dit venster sluit het best aan bij Kerndoel 52

Begrippen:

  • Propaganda: Informatie die wordt verspreid om een boodschap te promoten, vaak met als doel mensen te beïnvloeden.
  • Joseph Goebbels: De nazi-minister van Propaganda, verantwoordelijk voor het verspreiden van de naziboodschap via media en cultuur.
  • Der Stürmer: Een antisemitische krant in nazi-Duitsland die Joden op een negatieve en racistische manier in het daglicht zette.

Lesideeën:

  1. Onderzoek naar propaganda: Laat leerlingen nazi-propaganda onderzoeken en ontdek hoe de boodschap werd overgebracht via posters, films en kranten.
  2. Maak je eigen propagandaposter: Leerlingen maken hun eigen poster waarin ze de technieken van propaganda toepassen, maar dan met een positieve boodschap.

Bronnen: