De verdediging van het IJsselgebied was gebaseerd op onderwaterzetting van het land. In het grootste geheim werden hiervoor vanaf 1951 voorbereidingen getroffen. De benodigde stuwen, door Rijkswaterstaat ontworpen, waren uitgekiende waterstaatkundige werken die later model stonden voor de Deltawerken. De plannen voor de bouw van de IJssellinie droegen de versluierende naam 'Noodbrug Pontonplan Betuwe'. Toen in 1961 de NAVO-verdediging voorwaarts werd geschoven tot aan de Elbe verviel feitelijk de functie van de IJsellinie. In 1963 besloot men de linie op te ruimen.
De IJssellinie
Een ongebruikte Gelderse waterlinie
Kort na de Tweede Wereldoorlog ontstond een verkoeling tussen de westelijke geallieerden en de Sovjet-Unie. De tegenstellingen tussen de vroegere bondgenoten escaleerden snel, met als resultaat een 'koude oorlog' tussen oost en west. Men nam al spoedig maatregelen om een eventuele aanval uit het oosten te keren. In NAVO-kringen werd gedacht aan een defensielinie langs de Rijn en de Waal, maar na aandringen van Nederland werd de IJssel in de NAVO-plannen opgenomen.