Linecrossers in de Biesbosch

Eind 1944 is een groot deel van het zuiden van Nederland bevrijd. De Bergsche Maas, de Amer en het Hollands Diep vormen nu de frontlinie, de grens tussen het bevrijde gebied en het bezette gebied. De Biesbosch met haar doolhof van kreken en waterwegen bevindt zich aan de grens in het door de Duitsers bezette gebied. Omdat het gebied moeilijk begaanbaar is voor de Duitse soldaten en alleen inwoners er hun weg weten te vinden, geeft de Biesbosch het verzet de mogelijkheid om informatie, medicijnen, wapens, zenders en mensen te vervoeren tussen het bevrijde gebied en het bezette gebied. De enige mogelijkheid om verbinding tussen het noorden en het zuiden te houden. Het is gevaarlijk en de kans om ontdekt te worden door Duitse wachtposten en patrouilleboten is groot. Omdat de frontlinie wordt overgestoken wordt dit ‘crossen’ genoemd en de mannen die de tochten ondernemen linecrossers of frontkoeriers. In kano’s, roeiboten en korjalen varen zij tijdens donkere nachten zonder maan vele kilometers door de Biesbosch van Werkendam naar Drimmelen en van Sliedrecht naar Lage Zwaluwe en terug. Eenentwintig crossers voeren tussen november 1944 en mei 1945 370 crossings uit. Piet van den Hoek en Arie – Aaike – van Driel uit Werkendam zijn twee van deze Biesboschcrossers.

Het is een donkere nacht in december 1944. Piet en Aaike gaan onderweg om pakjes en berichten over de linie te vervoeren. Ze halen deze eerst bij een ander lid van het verzet op en vertrekken dan vanuit Werkendam naar de Biesbosch. Een half uur lang lopen zij door de polder totdat ze bij de Bruine Kil aankomen. Vol spanning luisteren ze en kijken ze om zich heen of er geen Duitse soldaten in de buurt zijn. Wanneer het eb wordt stappen ze in hun bootje. Piet roeit de korjaal terwijl Aaike de wacht houdt met een stengun in de hand. Ze varen langs de polder Pauluszand waar de Duitsers wachtposten hebben. Zo stil mogelijk proberen Piet en Aaike zich door de stroom mee te laten nemen langs deze gevaarlijke plek. Als ze de polder voorbij zijn halen ze opgelucht adem. Nog tweeëneenhalf uur te gaan. De tocht gaat verder door het Nauw van de Paulus richting het Spijkerboor. Plotseling steekt er in de buurt een bootje over. Aaike schiet een paar keer met de stengun en daarna heerst er een doodse stilte. Dan steken de Duitsers lichtkogels af en wordt de hele omgeving fel verlicht. Piet en Aaike verbergen zich in het riet en blijven daar muisstil en gespannen wachten totdat ze weer verder durven te gaan. De rest van de tocht zijn ze heel erg op hun hoede, overal kan het gevaar op de loer liggen. Nadat ze de Amer zijn overgestoken komen Piet en Aaike in de haven van Drimmelen waar ze hun wachtwoord doorgeven aan de wacht: ‘De haas is geschoten’. Ze overhandigen de pakjes en berichten aan een koerier die ze verder zal vervoeren door het bevrijde deel van Brabant. Een gevoel van opluchting en dankbaarheid overspoelt Piet en Aaike, weer een tocht volbracht.  

Niet alle Biesboschcrossings lopen goed af. Op 13 januari 1945 wordt Piet door de Duitsers opgepakt en naar het werkkamp Waterloo bij kamp Amersfoort gebracht. Hij ontsnapt en keert weer terug om door te gaan met de crossings. Aaike wordt tijdens zijn 54e crossing op 18 maart 1945 samen met een aantal andere linecrossers opgepakt. Op 30 april 1945 worden hij en een ander lid van het verzet, Kees van de Sande, door de Duitsers gefusilleerd. Aaike en Kees worden op 12 mei 1945 begraven in Werkendam. Op hun graf staat:  ‘Niemand heeft grotere liefde dan dat hij zijn leven inzet voor zijn vrienden’.