Toen in de jaren '60 van de vorige eeuw rekening werd gehouden met een snelle werkgelegenheidsgroei aan weerszijden van het Noordzeekanaal, groeide in de streek de twijfel of de bestuurlijk versnipperde Zaanse gemeenten sterk genoeg zouden zijn om deze ontwikkeling in de hand te houden. Dat leidde uiteindelijk tot een wetsvoorstel voor samenvoeging van een aantal Zaangemeenten.
In de Zaanstreek werden er heftige discussies over gevoerd. Alleen de gemeentebesturen van Zaandam en Wormerveer bleven tot het einde voorstanders van de herindeling. Zaandijk, Krommenie en Koog aan de Zaan keerden zich al dadelijk tegen het wetsvoorstel. Wormer verzette zich tegen de tweedeling, waarbij het landelijke deel met Jisp en Wijde Wormer samen een gemeente zou vormen en het bebouwde en industriële deel bij de nieuwe gemeente Zaanstad zou worden gevoegd. In Assendelft en Westzaan brokkelde de steun voor de samenvoeging gaandeweg af. Assendelft en Krommenie sloegen de handen ineen en voerden actie om samen als nieuwe gemeente buiten de samenvoeging te blijven. Ook de argumenten voor de samenvoeging verschoven. De grootscheepse industrialisatie van de Noordzeekanaaloevers leek begin jaren '70 van de baan. Een nieuw argument werd de gewenste ontwikkeling van het Guisveld, gelegen op het grondgebied van drie gemeenten, tot tweede stadscentrum en woongebied. Uiteindelijk waren alleen de lobbies van Wormer en Oostzaan succesvol. Per 1 januari 1974 vormden Zaandam, Koog aan de Zaan, Zaandijk, Wormerveer, Krommenie, Westzaan en Assendelft de gemeente Zaanstad.
Het besluit tot samenvoeging veranderde de gevoelens in de dorpen niet. Het gemeentebestuur probeerde daarom door het instellen van gekozen wijkraden de eigenheid van de deelgemeenten overeind te houden. Vanaf het begin van de jaren '80 ontwikkelden zich het Wijkoverleg en Wijkbeheer, als pogingen om tegemoet te komen aan de behoefte van de burgers om invloed uit te oefenen op de eigen leefomgeving.
Het gemeentebestuur van Zaanstad stond na de samenvoeging voor de opgave om de financiën op orde te brengen de achterstanden in voorzieningen in verschillende delen van de gemeente weg te werken. Vanaf de jaren '90 werd het vizier meer op centrumontwikkelingen gericht. Het Zaanoeverproject werd een blikvanger voor investeerders. Na een eerste aanpak van het winkelcentrum van Zaandam in de jaren '90 wordt in deze eeuw gewerkt aan de volgende stap, die het centrum van Zaandam 'stadser' moet maken: Inverdan. Daarbij behoort de bouw van een gemeentehuis.
De besluitvorming in de Tweede Kamer over Zaanstad had geen oplossing gebracht voor de bestuurskracht van de gemeenten aan de oostkant van de Zaan. Vooral Jisp (met 900 inwoners) en Wijde Wormer (1300) waren te klein om zelfstandig voort te bestaan. Ondanks fel verzet werden zij per 1 januari 1991 samengevoegd met Wormer tot de gemeente Wormerland. Vooral Wormer veranderde daarna, onder meer door de teloorgang van Van Gelder Zonen. Er ontstond ruimte voor nieuwe woon- en werkgebieden en er werd een nieuw gemeentehuis gebouwd.
Oostzaan kon lang buiten de samenvoegingsdiscussies blijven. Door de bijzondere geografische ligging en het landelijke karakter van het dorp is er geen voor de handliggende samenvoegingspartner. Toch wordt ook daar de druk gevoeld: de burger vraagt steeds meer kwaliteit en zorg van zijn bestuur. Oostzaan had door zijn ligging te midden van de veenweidegebieden weinig uitbreidingsmogelijkheden, maar ook daar ontstond een nieuwe woonwijk en werd in het begin van de 21ste eeuw een nieuw gemeentehuis geopend.
Vandaag de dag spreken de dorpen aan de oostzijde van de Zaan met elkaar over de mogelijkheden voor ambtelijke samenwerking. De gemeente Zaanstad levert diensten aan Oostzaan en Wormerland. Dat laat zien dat de drie gemeenten elkaar hun rol in het Zaanse gunnen.