Naar aanleiding van de geschiedenis, de plek en het kunstwerk heeft dichter Koos Geerds een gedicht geschreven:
draadje doek
hoe meer ik draag hoe meer ik krimp
onder de stapelende last die doek
aan doek zich rijgt en sluipend weg
mij het gezicht totaal beneemt - nog
even en mijn dunne benen houden
het niet meer uit en ik verdwijn zo ijl
en nameloos als al mijn zusters
die sponnen aan dezelfde stof
en eindelijk uitgeput tot op de draad
versleten en nameloos in het niets
zijn opgelost - zie mij nog reikend
naar houvast onder de blote lucht
zodat ik mij al verder rek en rek
en met een zetje van mijn tenen
definitief in jouw herinnering vlucht