Sociale woningbouw

Samen sterk

Tijd van wereldoorlogen

De toestroom van arbeiders rond 1900 voor de vervening en ontginning van Vriezenveen leidde tot grote woningnood. Veel gezinnen kwamen onder erbarmelijke omstandigheden in krotten, plaggenhutten en keten te wonen. Het was de Sociaal Democratische Arbeiderspartij die in 1919 hiervoor aandacht vroeg in de gemeenteraad van Vriezenveen. De SDAP verzocht de gemeenteraad 150 arbeiderswoningen te bouwen voor met name nieuwe bewoners: 50 in het dorp Vriezenveen en 100 in Westerhaar-Vriezenveensewijk. Die 150 woningen zijn er op dat moment niet gekomen, maar de vraag heeft wel een discussie in de Vriezenveense politiek losgemaakt over het wel en wee van de huisvesting van de armste arbeiders.

Woningstichting

De mogelijkheid werd besproken om een woningbouwvereniging op te richten volgens de Woningwet van 1901. Burgemeester Bouwmeester van Vriezenveen was hiervan een groot voorstander, maar de gemeenteraad was verdeeld. Enkele leden zagen het nut totaal niet in om arbeiders een woning van overheidswege te geven, anderen vonden het een zeer sociale oplossing. De tegenstanders voerden aan dat de Landarbeiderswet van 1918 het mogelijk maakte voor slecht gehuisveste arbeiders om met rijkssteun een eigen "plaatsje" te verwerven, een eigen stukje grond met een eigen huisje. Bovendien vonden de tegenstanders dat er geen grond in de gemeente Vriezenveen aanwezig was voor dergelijke bouw. Ook zouden de mensen beslist niet in een gemeentewoning willen wonen; men zou dan nog liever een woning zelf bouwen. Toch besloot de meerderheid van de raad tot het oprichten van een woningbouwstichting. Op 5 juni 1919 was het zover. Burgemeester Bouwmeester werd voorzitter van de vereniging. Het eerste complex woningwetwoningen werd gebouwd ten westen van het kanaal en spoorlijn in het zogenaamde Westerdok. Er werden vier typen woningen gebouwd in dit eerste complex van 40 eengezinswoningen aan de Molenstraat in Vriezenveen.

Woningstichting Sibculo e.o.

In 1928 werd een tweede woningstichting in de gemeente Vriezenveen in het leven geroepen voor de kern Westerhaar-Vriezenveensewijk. De corporatie werd toen nog aangeduid als Sibculo en omstreken. De bewoners waren ingeschreven in het bevolkingsregister van Vriezenveen, vielen kadastraal onder Hardenberg en betaalden dan ook belastingen in beide plaatsen. In 1937 kwam het grondgebied definitief bij de gemeente Vriezenveen. Redenen voor de oprichting waren de afstand tussen de kernen Westerhaar-Vriezenveensewijk en de woningstichting Vriezenveen en de versnelde opheffing van krotbewoning. De eerste woningen van deze stichting werden gebouwd aan de Oranjestraat in Vriezenveensewijk. Het betrof een tweetal complexen van twaalf woningen met schuurtjes.

Fusies

Sinds 1 januari 1991 zijn de twee woningstichtingen en de onderhoudsstichting opgegaan in één instelling. De voorbereiding van een fusie tussen de beide woningstichtingen begon al in 1962. Het resultaat daarvan was toen alleen nog de oprichting van de gezamenlijke onderhoudsstichting. Vanaf 1971 werden gesprekken gevoerd over het samengaan van alle drie stichtingen wat uiteindelijk geleid heeft tot de fusie in 1991. De voordelen daarvan laten zich raden. Er kwam één bestuur, één financiële administratie en naar buiten toe werd de situatie overzichtelijker. Deze ene stichting, de Stichting Woningbeheer Vriezenveen-Westerhaar, behartigde vanaf dat moment de belangen van de volkshuisvesting in de hele gemeente. In 2010 fuseerde de woningstichting met stichtingen uit de Twentse gemeenten Weerselo en Denekamp en de woningstichting in Vroomshoop en ging zij verder onder de naam Mijande Wonen.