Het initiatief daartoe werd kort na de oorlog genomen om culturele toenadering tussen de noordelijke en zuidelijke Nederlanden tot stand te brengen. De eerste keer namen er “slechts” circa 100 schrijvers, beeldend kunstenaars en musici uit beide landen aan deel, maar de faam groeide snel, en daarmee het aantal deelnemers. De landelijke dagbladen NRC, Volkskrant en De Tijd besteedden er vele malen ruim aandacht aan.
De bijeenkomsten hadden een min of meer vast patroon. Elk jaar werden door een aantal wisselende sprekers lezingen gehouden over een onderwerp op het terrein van cultuur. Tekenend voor de ontwikkeling van de maatschappij is de verschuiving in het denkkader dat uit de formulering van de thema’s spreekt, van ‘Culturele evolutie van de Kempen’ in 1950 tot ‘De Nederlandse cultuur in Europa’ in 1966.
Op de Vrijthof werd een massale Brabantse koffietafel aangericht. Er traden harmonieën en fanfares op, en ook diverse volksdansgroepen. Beeldend kunstenaars toonden hun werk in het gemeentehuis, en er werden tentoonstellingen gehouden van religieuze kunst, boekdrukkunst, kunstschatten uit de Kempische abdijen en Brabantse etsen. De amateur dans- en muziekoptredens werden afgewisseld met professionele gastoptredens van o.a. het Scapino-ballet uit Amsterdam en concerten van Het Brabants Orkest. En elk jaar werden een of meer openluchtspelen en toneel- stukken opgevoerd, waarvan een groot aantal werden geschreven en geregisseerd door schoolmeester-schrijver Jan Naaijkens.
De Gemeente Hilvarenbeek stelde in 1953 in het kader van de cultuurdagen literatuurprijzen in voor romans en poëzie. Deze zijn tot 1970 uitgereikt aan 42 schrijvers en dichters, waaronder de bekende Brabantse namen Anton Coolen en Anton van Duinkerken, maar ook vernieuwende Vlaamse schrijvers als Ward Ruyslinck en Jos Vandeloo.
Wat de werkelijke betekenis van de cultuurdagen is geweest voor grensover- schrijdende culturele verhoudingen is discutabel. In 1969 concludeerde De Tijd dat de maatschappelijke ontwikkelingen de idee ingehaald hebben. Daar kan nu de daarna volgende ontwikkeling van de media aan toegevoegd worden. Al met kan echter geconcludeerd worden dat het kleine dorp Hilvarenbeek een prestatie van formaat geleverd heeft, die nog lang herinnerd zal worden.
Lees meer
Jan Naaijkens, BIKS 5. Een verslag over de Groot-Kempische Cultuurdagen te Hilvarenbeek, 1947 – 1971. Nijgh & Van Ditmar, 1971.