Ontzuiling & Verzuiling

1900

in dit venster ga ik iets vertellen over Ontzuiling en over Verzuiling.

Ontzuiling is het wegvallen van naast elkaar bestaande structuren in een samenleving die zijn getekend door verschillende groepen binnen die samenleving. Ontzuiling is het tegenovergestelde van Verzuiling. Kenmerken van Ontzuiling zijn onder andere dat meer individuen niet langer keuzes maken, omdat ze bij een ideologische groep horen, maar op basis van eigen afwegingen deelnemen aan organisaties van buiten de eigen zuil en zich niet meer aan de voorschriften hoeven te houden van die zuil.

In Nederland vond op het einde van de jaren zestig en doorheen de jaren zeventig een snelle ontzuiling plaats, terwijl de zuilen in België sterk bleven tot in de jaren negentig. Dit verschil kan verklaard worden door de snellere bevolking aangroei in het noorden en doordat de industrialisering in het zuiden al langer bezig was en geleidelijke gebeurde. Ook waren de dominante zuilen in België streekgebonden waardoor ideologische tegenstellingen vaak een uitlaatklep vonden in de taalstrijd.

De Nederlandse ontzuiling was onlosmakelijk verbonden met de democratisering en emancipatie die in die periode hun intrede deden. De invloed van de televisie en andere massamedia was hierbij belangrijk, want die maakte het mogelijk kennis te nemen van gedachten en ideeën die bij anderen leefden.

 

Verzuiling is de verdeling van een samenleving in groepen op levensbeschouwelijke of sociaal economische basis, waarbij de groepen in bepaalde mate van elkaar zijn afgeschermd. Dit kan worden bereikt door het oprichten van op de levensbeschouwing gebaseerde instituties als scholen, verenigingen, partijen, vakbonden, omroeporganisaties, kranten en ziekenhuizen.

De scheiding tussen levensbeschouwingen wordt wel als verticaal omschreven, terwijl die tussen sociale klassen dan horizontaal loopt. Levensbeschouwelijke zuilen omvatten dan meerdere sociale klassen.

Het begrip werd aanvankelijk vooral gebruikt om de situatie in Nederland en België te beschrijven, maar het model wordt tegenwoordig ook toegepast op landen als Noord-Ierland, Zwitserland, Oostenrijk, Cyprus, Libanon en Maleisië.

De term heeft doorgaans een negatieve bijklank en wordt met name gebruikt door diegenen die de organisatie van maatschappelijke structuren op basis van levensbeschouwing niet wenselijk achten.