Schoolstrijd

Dit venster gaat over de Nederlandse schoolstrijd die plaats heeft gevonden.

De Nederlandse schoolstrijd vond plaats aan het einde van de 18e eeuw, toen de Fransen in Nederland de scheiding van de staat en kerk invoerden. Door de Franse bezetting werd onderwijs een taak van de staat, want de wet uit 1806 bepaalde dat christelijke scholen voortaan geen subsidie meer kregen en voor de oprichting van een school moest je toestemming krijgen van de overheid.

 

In 1848 werd door Thorbecke een nieuwe grondwet ingevoerd wat ging over de vrijheid van het onderwijs. Dat betekende dat iedereen de vrijheid kreeg een eigen school te stichten, maar dan moesten er wel goede leraren beschikbaar zijn. Rond de 19e eeuw waren er protestanten onder leiding van Abraham Kuyper die ervoor wouden zorgen dat er naast openbare scholen ook bijzondere scholen kwamen, ook de katholieke gingen zich mengen aan het eind van de 19e eeuw. In Nederland kwam toen de verzuiling op, dat betekent dat de zowel de politiek als de samenleving heel erg uit elkaar groeide en apart van elkaar raakte.

 

De opkomst van politieke partijen brachten veel discussie over hoe het onderwijs eruit kwam te zien, de religieuze partijen zoals de Christelijke-Historische Unie en de Anti-Revolutionaire partij streden voor subsidie van bijzondere scholen. Maar de liberalen en de socialisten waren daar tegen, zij stonden voor een neutrale manier van onderwijs die er dan voor zorgde dat de bevolking veranderde in monderne burgers.

 

Toen het mannenkiesrecht er was kwam er ook een wet waarin het openbaar en bijzonder onderwijs gelijk werden, die ruil kwam bekend te staan als de pacificatie van 1917. Vanaf dat moment konden bijzondere scholen net als openbare scholen hun ding zeggen over de overheidssubsidie.