Prehistorie en Spaanse bezetting

Op 26 juli 1499 werd Curaçao ontdekt door de Spanjaard Alonso de Ojeda. Op dat moment woonden er zo'n 2000 mensen op het eiland. In 1515 waren zowat alle bewoners als slaaf vervoerd naar Zuid-Amerika, om daar te werken op plantages. In 1527 vestigde een aantal Spanjaarden zich op het eiland. Het eiland werd bestuurd vanuit verschillende steden in het huidige Venezuela. De Spanjaarden vervoerde ook Europese dieren en planten naar Curaçao. Deze groeiden of leefden er oorspronkelijk niet. Voorbeelden hiervan waren geiten, schapen, runderen, paarden en verschillende planten, bomen en bloemen. Veel planten en dieren bleven leven, vooral met dieren ging het erg goed. Toch vonden de Spanjaarden dat er nadelen aan het eiland zaten. Zo kon je er niks verbouwen, omdat de grond te droog was. Ook was er weinig zout, dat weinig opleverde, en er zaten geen goud, zilver of edelstenen in de grond. Hierdoor verdwenen de Spanjaarden langzaam aan van het eiland af. De oorspronkelijke bewoners konden weer vrij leven op het eiland, de meeste bewoners waren slaven tijdens de Spaanse bezetting.