De vraag naar zin en betekenisgeving is universeel: “Hoe (of: voor wie) word ik een goed mens?” De verschillende levensvisies die uit deze vraag voortvloeien, weten veel mensen onderling te verbinden en inspireren. Maar tussen groepen leiden ze ook regelmatig tot bekeringsdrang, verwijdering en conflict. Levensbeschouwelijke leiders en instituten krijgen te maken met vraagstukken rond invloed en macht, en misbruik daarvan. Hoe kun je met verschillende, al dan niet godsdienstige, levensovertuigingen een constructieve samenleving vormen? Hierop zijn in Nederland in de loop der tijd verschillende antwoorden geformuleerd. Tegenwoordig vinden we gezaghebbende regels in combinatie met tolerantie en onderling respect daarvoor belangrijke ingrediënten.