Keizer Karel de Grote
Komt voor in: Kerstening
Nadat rond 400 na Christus de Romeinen uit West Europa waren verdreven, volgden enkele eeuwen van onrust en oorlog. De Franken kwamen in de achtste eeuw als overwinnaars te voorschijn. Hun belangrijkste koning en latere keizer was Karel de Grote. Keizer Karel de Grote wilde dat alle mensen in zijn rijk christelijk waren. Dat had hij met de paus afgesproken. De paus zou de gelovigen oproepen om de keizer te gehoorzamen en de keizer zou de kerkelijke bezittingen verdedigen. Daarom vestigden de missionarissen hun kerken veelal op plaatsen die voordien voor de heidenen, als plaats waar zij hun goden aanbaden, van belang waren. Dit waren bijvoorbeeld grote bomen, dikke stenen of bronnen.
Het is niet onomstotelijk bewezen maar het is wel zeer aannemelijk dat op de Oude Markt in Enschede een houten kerkje heeft gestaan, dat gebouwd was op grote zwerfkeien. Mogelijk dat bij deze keien ook een heidense gebedsplaats was.