Boeren van Nieuwkoop

Verdwaalde Fransen verjaagd

De Fransen deden in december 1672 een aanval op de Oude Hollandse Waterlinie. Tijdens de veldtocht bereikte een aantal Fransen ook de omgeving van Nieuwkoop. Het gewapende treffen met de Nieuwkoopse burgerwacht leidde tot lokale legendes over hun rol in de oorlog.

Naar de Meije

De Franse aanval begon in Woerden. Vanuit de bezette Hollandse vesting trokken zo’n 10.000 Fransen door de polders bij Zegveld. Het land was nat, en op de brede weteringen was het ijs soms opengehouden door de Nederlanders, en soms nog niet bevroren. De Franse aanval verliep daardoor traag. Er moesten bruggen worden gebouwd, en nadat die waren ingestort moesten ze worden herbouwd. De Franse commandant, de hertog Luxembourg, besloot hier niet op te wachten en trok met zo’n 3.000 soldaten langs de Meije richting Zwammerdam aan de Oude Rijn – op weg naar Den Haag.

Nieuwkoop

Eigentijdse schrijvers Lambert van den Bos en Pieter Valckenier gaven in hun beschrijving van de Franse aanval een grote (helden)rol aan de bewoners van Nieuwkoop. De burgerwacht van het dorp zou de Fransen hebben tegengehouden toen deze een weg door de polders probeerden te vinden. Het verhaal werd snel een lokale legende. De stadssecretaris van Woerden, Bernard Costerus, vluchtte enkele weken na de Franse aanval via ongeveer dezelfde weg naar Leiden. Hij vond het verhaal over de Nieuwkoopse boeren ongeloofwaardig; het kwam hem zelfs ‘zeer belaglijck voor’.

Het land rond Nieuwkoop was sterk verveend, nat en het ijs was niet sterk genoeg geweest om grote aantallen soldaten te dragen. Bovendien, zo schreef Costerus, gaf hertog Luxembourg leiding aan ‘de fleur ende elite der Fransche Militie’. Deze ervaren en professionele militairen zouden zich niet laten verjagen door ‘die weynige’ boeren. Als er al Fransen in Nieuwkoop waren geweest, was dit volgens Costerus een kleine groep geweest die had geprobeerd levensmiddelen en geld te roven.