Van Willibrord tot de Reformatie

Noordelijk van de algemene begraafplaats van Nes, aan het begin van de Duinlandsweg, ligt een dobbe ( vijver) die de “Willibrord-dobbe” wordt genoemd. De dobbe herinnert aan de tijd dat koning Radboud een ontmoeting had met de Ierse benedictijner monnik Willibrord (658 – 739). Het een en ander speelde zich af in de tijd dat Ameland nog Fositaland werd genoemd. Fosita was een heidense godin en werd op Ameland aanbeden. De dobbe was een heilige bron en werd door Radboud bewaakt. De monnik Willibrord  strandde met zijn schip op Ameland tijdens een storm op de Noordzee. Willibrord, terugkerend van een mislukte zending naar Denemarken,  wilde de Amelanders bekeren tot het Christendom. Hij doopte enige Amelanders met water uit de heilige bron.

 Radboud raakte hierdoor nogal ontstemd en doodde een man uit het gezelschap van Willibrord terwijl Willibrord van het eiland werd verbannen.

 

 

Het oudste verhaal wat Ameland en zijn kerken betreft, is wel dat van Willibrord. Komende van het land der Denen, eaakte hij met zijn gezellen in een storm op de Noordzee. Het schip strandde op een eiland, dat genoemd werd naar één van de goeden, die daar aanbeden werd, namelijk Fosite. Het is bepaald niet omnmogelijk dat dit eiland Ameland was. 

Die plaats werd door de bewoners zo vereerd, dat niemand van het de dieren die daar weidden of de andere dingen durfden aan te raken. Willibrord was nauwelijks onder de indruk van de dwaze godsdienstige gebruiken; hij doopte drie mannen en liet een aantal dieren slachten als voedsel voor zijn gezelschap. Toen de bewoners zagen dat er niets gebeurde vertelden ze aan hun koning Radboud wat ze hadden meegemaakt. Een van de gezellen moest zich voor Radboud verantwoorden. Hij bleefkalm en zei tegen de koning: het is geen god die u vereert, maar de duivel. Er is maar één God die hemel en aarder gemaakt heeft, wi eHem met oprecht geloof vereert, zal het eeuwige leven hebben.

Als Willibrord inderdaad op Ameland is geweest, is het niet onmogelkijk dat de dôbbe bij Nes een bedevaartplaats is geweest.

Het is de vraag of op Ameland kloosters hebben gestaan. Wel hadden de monniken van Foswert te Ferwerd uithoven op Ameland, waar ze verbleven tijdens het bewerken van het land.

In 1480 geraakte de abt van het klooster Foswerd in conflict met Haye van Cammingha, de Heer van Ameland, die zijn macht wilde uitbreiden. Op 11 april 1483 werd besloten dat het klooster zijn landerijen mocht behouden. Haye daarentegen mocht zich 'vrij vermaken over lant van Nessa, tussen Rijd en Sculbalg', maar het jachtrecht bleef aan de abt.

Een eeuw later, in 1581, nam Taco van Cammingha alles wat aan het klooster toebehoorde in beslag, dus ook de kerken en kapellen. 

De eerste kerk van Nes heeft op de plek van de Algemene begraafplaats gestaan. Opgravingen hebben aangetoond dat er al in de twaalfde eeuw een kerkje moet hebben bestaan, dat in latere tijd is vervangen door andere bedehuizenOp de oude zeekaarten vindt men niet altijd de kerk met een toren afgebeeld, na 1558 staat er wel een toren bij. In 1570 hebben de watergeuzen 'de Heerlijcke Kerck' van Hollu, als mede die van Nes in een puinhoop veranderd. Toen in 1580 de godsdienstoefeningen voor de roomsen verboden werden, moesten zij het kerkgebouw aan de toenmaals zogenoemde gereformeerden afstaan. De katholieken schijnen vervolgens in een kelder van een huis aan de Torenstraat te hebben gekerkt, daarna in een huis aan de Ballumerweg.

Bron: Uit de AMelander kerken