Het derde badhuis 1902-Eerste Wereldoorlog

Het duurde nog tot 1902, eer er weer leven in de brouwerij kwam. In dat jaar wist de in juni 1901 benoemde burgemeester Hendrik Kuipers (zie de foto links) onder de Groningers en Friezen een aantal aandelen van 100,- te plaatsen voor de 'N.V. Noordzeebad Ameland'. De directie van deze naamloze vennootschap werd gevormd door de burgervader zelf, aannemer Foppe de Jong en Abraham Roelof van der Wal, arts op Ameland.

Het doel van de vennootschap was 'het oprichten en exploiteren van een Badpaviljoen aan het strand ten n oorden van het dorp Nes, en daarmede het vreemdelingenbezoek op Ameland te bevorderen'. Commissarissen waren Reitse Bloembergen te Leeuwarden, mr. Frederik Witteveen te Ternaard, Idzard Tinga te Sappemeer, Jacob Balkema te Nes (A.) en Sipke Sipkes de Jong, eveneens te Nes (A.)

De bouw van het nieuwe badhuis dat dus het derde zou worden, werd gegund aan aannemer Foppe de Jong te Nes (A.), met zijn vaste timmerlieden Andries Mosterman, Pieter Mosterman, Klaas van der Geest en Jochum Donker.

Leendert Kat, die gehuwd was met Grietje Hofker, de zuster van Johannes Hofker (deze was eigenaar geworden van het hotel te Nes), werd tot pachter aangesteld.

Hij werd in 1905 opgevolgd door Jan Gabbe Scheltema, die met Pietje Scheltema-Scheltema was getrouwd.

Door een goede bestuurlijke aanpak - na verloop van tijd waren er 39 aandeelhouders, verspreid over Friesland en Groningen! - en de volledige inzet van de pachters liep het 'Badpaviljoen' weldra 'als een trein' . Voor de derde keer was het Amelandse badleven nieuw leven ingeblazen...

Verbeteringen

Het is niet de bedoeling van Ameland een Oostende of Scheveningen te maken, maar onze badplaats moet een oord zijn, waar de natuur de zorgen verdrijft van 't voorhoofd dergenen die leven, waar hun oor slechts hoort het geraas en geknars dier groote machine, die men de Maatschappij noemt,’ aldus burgemeester Hendrik Kuipers in zijn toespraak bij de opening van de nieuwe badinrichting op 18 juni 1902. En hij vervolgde: ‘Hier in de eenzaamheid der duinen, waar het melodieuze gezang der leeuweriken in de lucht weerklinkt, wordt het oor getroffen door het zacht en liefelijk ruischen der zee’.'

Verder memoreerde de heer Kuipers, dat door de geïsoleerdheid en ‘de ongemakkelijke wijze om van uit de bewoonde streken naar het eiland te komen’ de aangewende pogingen om tot een zeebadinrichting te komen niet geslaagd waren. ‘Maar nu door de tot stand koming van het Noord-Friesche Lokaalspoorwegnet en de vervanging van post- en passagiersvervoer per schip door motorvaart is verbeterd, achtte men de tijd gekomen weer pogingen in het werk te stellen het eiland tot een oord van attractie voor het Noorden des lands te moeten maken om frissche lucht en gezondheid op te doen na maandenlange ontbering’. . .

Van het Ministerie van Waterstaat had men vergunning gekregen tot het bouwen op het duin benoorden Nes en tot de ingebruikneming van een gedeelte van het strand tussen paal 12 en paal 13, teneinde het met palen en touwen af te zetten.

De vervanging van het zeilschip door een motorboot deed het passagiersvervoer aanmerkelijk stijgen. Men vervoerde vice-versa in het eerste kwartaal van 1902 545 personen, en in het tweede kwartaal 1019 personen, terwijl de maand juli alles overtrof: op 20 juli voer men alleen al 200 passagiers over en weer. De aanlegplaats te Holwerd was en bleef echter zonder kritiek.

Inmiddels was het paviljoen (1911) vergroot voor een bedrag van bijna ¦ 1000,– door aannemer Foppe de Jong.

De badexploitatie kon zich handhaven tot in de Eerste Wereldoorlog, toen het Badpaviljoen moest worden afgebroken wegens afslag van de duinen. Het liep allemaal goed, maar de zee maakte er dit keer een eind aan.

Lees meer: https://www.amelanderhistorie.nl/news/de-opkomst-en-groei-van-het-noordzeebad-op-ameland-2/

 

Het Badhuis omstreeks 1905. Links op de kaart zien we staande meester Pieter J. Braaksma met baard. Hij schreef enkele jaren later het bekende boekje: Ameland, geïllustreerd. Een berijmde gids voor de bezoekers  van dit eiland. Hij was toen hoofd der school in Nes.

Het Badhuis omstreeks 1905. Links op de kaart zien we staande meester Pieter J. Braaksma met baard. Hij schreef enkele jaren later het bekende boekje: Ameland, geïllustreerd. Een berijmde gids voor de bezoekers  van dit eiland. Hij was toen hoofd der school in Nes.

Op de kaart onder, gemaakt in 1902, vlak na het gereedgekomen Badhuis. Enkele eerste badgasten hebben zich in een strandstoel genesteld.het badhuis van Ameland in 1902



Lees meer: https://www.amelanderhistorie.nl/news/de-opkomst-en-groei-van-het-noordzeebad-op-ameland-2/