Collaboratie en Verzet

Meelopers, helden en gewone mensen

De meeste mensen proberen gewoon door te leven. Zij gaan naar hun werk, kinderen gaan naar school en moeders doen boodschappen. Zij proberen te overleven.
Sommigen steunen de Duitsers actief, ze 'collaboreren'. Anderen gaan in het verzet. Ze helpen onderduikers, brengen illegale blaadjes rond of plegen aanslagen. Velen overleven dit niet.

Verzetsgroepen

Steeds meer mensen moeten onderduiken, om te ontsnappen aan de Arbeitseinsatz of omdat ze gezocht worden voor verzetsdaden. Ook Joden proberen zo aan deportatie te ontkomen. En oud-soldaten die zich in 1943 bij de Duitsers moesten melden, zoeken ook een onderduikplek.

Overal in Nederland ontstaan verzetsgroepen waar dappere mensen zich bij aansluiten. Ze regelen adressen voor onderduikers en plegen overvallen op distributiekantoren. Ze stelen voedselbonnen en paspoorten. Op paspoorten worden foto’s bevestigd van onderduikers en namen ingevuld van overleden personen.

In Aalst leidt Dyonysius Metzemakers het verzet. Zij zorgen voor onderduikadressen, zoals bij boer Toontje van Doormalen en boer van der Linden. In Waalre zet Frans van Dijk een verzetsgroep op.

Als er een geallieerd vliegtuig neerstort, proberen verzetsmensen er eerder bij te zijn dan de Duitsers. De bemanning brengen ze snel naar een schuiladres. Dat moet een betrouwbaar adres zijn (zoals bij de moeder van Frans van Dijk) of een schuilhut in de bossen.

 

Verzetsgroep de Koning

De familie De Koning heeft een afgelegen boerderij in het Heezerbos. Het gezin bestaat uit vader, zeven zoons en drie dochters. De boerderij is moeilijk bereikbaar en daarom een ideaal hoofdkwartier voor de Verzetsgroep van ongeveer 35 leden. 

In de nacht van 13 op 14 mei 1944 vindt er een wapendropping plaats. Waarschijnlijk is de boel verraden, want kort na de dropping doen de Duitsers een inval. Een aantal verzetsmensen probeert te ontkomen, maar ze worden opgepakt of neergeschoten.

Vier zonen worden meegevoerd. Arie en Huib worden meteen gefusilleerd. Gerrit en Wim worden afgevoerd. De 20-jarige Gerrit sterft in maart 1945 in concentratiekamp Neuengamme. De 22-jarige Wim bezwijkt tijdens een ‘dodenmars’, een paar dagen voor de bevrijding.

© https://www.brabantsegesneuvelden.nl

 

Mevrouw Brant

Mevrouw Brant is een Aalster verzetsheldin. Met haar man woont zij tijdens de oorlog aan de Voorbeeklaan. Ze hebben in hun tuin een schuilplaats voor onderduikers en piloten. Mevrouw Brant brengt illegale krantjes rond. Ook gaat ze langs bij boeren om voedsel te verkrijgen voor onderduikers.

Mevrouw Brant werkt samen met de Verzetsgroep De Koning. Als de Duitsers daar in mei 1944 binnenvallen, komt zij net aanfietsen. Ze keert snel om, maar wordt later opgepakt. In januari 1945 wordt ze in vrouwenkamp Ravensbrück om het leven gebracht. Na haar dood krijgt zij de Amerikaanse Medal of Freedom voor haar verzetswerk.

 

Collaboratie

Er zijn ook Nederlanders die de bezetter actief helpen. Uit overtuiging of om er beter van te worden. Zij worden collaborateurs genoemd. Berucht in ons dorp zijn de NSB-burgemeester Schregardus (zie volgend venster) en ‘Jantje Pap’.

 

Jantje Pap

Melkventer Jantje Pap is een fanatieke NSB’er. Hij voert overvallen uit op zoek naar onderduikers. Als NSB’er hoeft hij zich niet te houden aan de avondklok. Hij sart met plezier zijn dorpsgenoten door juist dan zijn hond uit te laten of met zijn melkkar rond te gaan rijden. Je begrijpt dat hij de meest gehate persoon werd in het dorp.

Na de bevrijding wordt hij gearresteerd. Hij wordt later veroordeeld tot 8 jaar gevangenisstraf. Daarna verhuist hij naar Limburg. Hij komt alleen nog stiekem in Waalre op familiebezoek. In 1981 overlijdt hij op 66-jarige leeftijd.

 

In Duitse krijgsdienst

De Duitsers hebben steeds meer soldaten nodig. Sommige Nederlanders geloven echt in de idealen van de nazi’s en melden zich aan. Een jongen uit onze gemeente heeft een fiets gestolen en krijgt een keuze: zijn straf in de gevangenis uitzitten of naar het Oostfront gaan en daar tegen de Russen vechten. Hij kiest het laatste, maar het leven aan het front blijkt vol kou en ontberingen te zijn. Hij overleeft het niet.