Sier

Op de uiterste punt van westen van het eiland, achter Hollum dus, heeft ter hoogte van de Badweg het havendorp Sier gelegen. Naar verluidt bezat het dorp op het hoogtepunt van zijn bestaan rond 1500 een vissershaven met om en nabij twintig schepen. Het dorp kwam steeds meer door de oprukkende duinen onder gestoven en ging rond 1730 uiteindelijk kopje onder in de zee. Uit verhalen van vroeger is bekend geworden dat de inwoners van het dorpje Sier, dat hoofdzakelijk uit vissers bestond, destijds met hoge hoeden op naar de kerk in Hollum kwamen. Klaarblijkelijk een bijzonderheid in die tijd.

Op de bovenstaande recente luchtfoto staat met een rode lijn de laagwaterlijn aangegeven, zoals die nog liep op de schetskaart uit 1665. We zien tevens dat sinds die tijd hier een fikse duinafslag heeft plaatsgevonden en er veel land in zee verdween, waaronder ook het dorpje Sier. Op de plaats van de rode stip stonden, volgens de schetskaart uit 1665 en de kaart van Pieter de la Rive uit 1731, hier nog de laatste 2 huizen van Sier, die later door brand zijn verwoest.

 

 

Restanten van dit dorp kwamen na de Tweede Wereldoorlog aan het licht toen het Amelander Gat meer opschoof tegen de kust van Ameland. In 1950 kwamen 208 drinkputten van het voormalige vissersdorp Sier aan de oppervlakte. Tussen 1950 en 1990 zijn nog veel restanten van Sier gevonden, die in het Cultureel-historisch museum Sorgdrager te bezichtigen zijn. De naam van Sier staat niet alleen op de veerboot, het pad tussen Hollum en het strand draagt ook de naam van dit verdronken dorp.