In de jaren vijftig is de verwachting dat het inwonersaantal van Vlaardingen door zal groeien tot 140.000 inwoners rond 1990. Ingegeven door verwachtingen over mogelijke prestaties en bezoekersaantallen, vraagt Fortuna in 1954 een proflicentie aan.
Fortuna promoveert in het eerste seizoen (1955/56) meteen van de 1e Klasse naar de 1e Divisie. En in het seizoen 1961/62 wordt de ploeg kampioen van de 1e Divisie A, maar verliest de play-offs van de winnaar van de 1e Divisie B, Heracles. In het seizoen 1963/64 is het laatste hoogtepunt van Fortuna als profploeg; het bereikt de halve finales van de KNVB-beker, na in de kwartfinale Feijenoord met 3-2 in de eigen Kuip te verslaan.
Hoewel de verwachting was dat de club zich verder zou ontwikkelen, vallen de prestaties tegen en aan het eind van het seizoen 1969/1970 degradeert de ploeg naar de 2e Divisie. Het wordt steeds moeilijker financieel en sportief het hoofd boven water te houden. Zelfs bij de derby’s tegen het Schiedamse Hermes DVS worden er nog maar tweeduizend bezoekers geteld. Dat Fortuna in 1971 toch nog in de 1e Divisie uitkomt, is niet te danken aan de eigen prestaties, maar omdat de 2e Divisie wordt opgeheven. In 1974 keert Fortuna terug naar het amateurvoetbal.
De proflicentie gaat over naar de stichting FC Vlaardingen ’74. FC Vlaardingen komt de seizoenen 1974/1975 tot 1980/1981 uit in de 1e Divisie. De hoogste klassering, de negende plek wordt behaald in 1977, de laatste twee jaren eindigt de ploeg als achttiende van de negentien.
De stichting gaat onder andere door een grote belastingschuld in 1981 failliet, waarmee het profavontuur in Vlaardingen eindigt.