Bolwoningen

Op zoek naar ruimte om te bouwen

In 1984 verhuisden tientallen Bosschenaren naar een huis in de vorm van een bol. De Bossche bolwoningen waren een experiment. De Nederlandse bevolking groeide in de twintigste eeuw snel, maar er waren te weinig huizen. Er moest snel, veel en goedkoop gebouwd worden. Om niet eindeloos veel dezelfde huizen te bouwen, begonnen experimenten met nieuwe vormen zoals een bol op een paal.

Woningnood 
Vanaf de jaren zestig ging het veel Nederlanders voor de wind. Ze verdienden steeds meer geld en gingen ook meer uitgeven, aan bijvoorbeeld een televisietoestel, een auto of zelfs een eigen huis. Tegelijkertijd groeide het aantal inwoners van Nederland snel. Er ontstond een woningtekort. Dat zorgde ervoor dat lang niet iedereen een fijn huis kon vinden. 

De regering besloot dat overal in Nederland snel nieuwe huizen gebouwd moesten worden. Ook ’s-Hertogenbosch ging op zoek naar ruimte om te bouwen. De ene na de andere uitbreidingswijk verrees, zoals De Kruiskamp en De Buitenpepers. 

De naoorlogse woonwijken waren goedkoop en snel gebouwd, maar leken wel erg veel op elkaar. Overal in Nederland groeide de kritiek op al die eentonige nieuwe huizenblokken. Het mocht best een beetje anders. Wim Schut, destijds de minister van Volkshuisvesting, stelde daarom in 1968 een grote pot geld beschikbaar om te experimenteren met de bouw van verschillende soorten woningen. 

Bolwoningen 
Na meer dan zestig experimenten met woningen realiseerde ’s-Hertogenbosch in 1984 het laatste experiment. Kunstenaar en architect Dries Kreijkamp kwam met het idee om huizen te bouwen in de vorm van een bol. De ontwerper vond de bol de meest ideale en oervorm om in te wonen. Door de ronde vorm zouden deze huizen ook energiezuiniger zijn dan normale woningen. Voor de bouw gebruikte Kreijkamp de modernste materialen en technieken. Daardoor konden er snel en goedkoop veel bolwoningen tegelijkertijd gemaakt worden. Toch werd de bouw steeds uitgesteld. Wilden mensen wel in bollen wonen? En konden de woningen wel op een goede manier worden gebouwd? 

Dankzij het doorzettingsvermogen van de Bossche wethouder Volkshuisvesting Ton Lensen kwamen de bollen er in 1984 toch. Vijftig bolwoningen verrezen op een veld in Maaspoort, de uitbreidingswijk die de Bosschenaren bouwden tussen de stad en de Maas. 

In de bolwoningen is plek voor één of twee bewoners. Door de ronde muren en de kleine ruimtes is het inrichten een uitdaging. Je kan niet zomaar iets ophangen of een kast tegen de muur zetten. Bewoners wonen wel midden in het groen en kijken uit op het water. En, het is een kans om in een vrijstaande woning te wonen voor lagere huurprijs. Wonen in een bol blijkt bovendien iets unieks, waardoor de woningen vanaf het begin erg geliefd zijn. 

Bouwen in Rosmalen 
Naast de bolwoningen ging de bouw van duizenden normale woningen ondertussen ook volop door. Verder groeien dan Maaspoort kon ’s-Hertogenbosch niet, want bij de Maas lag de grens van de gemeente. De Bosschenaren hadden in honderd jaar tijd de polder tussen de binnenstad en de rivier helemaal volgebouwd. De stad was vastgegroeid aan dorpen zoals Engelen en Empel. De gemeente wilde en moest verder, maar er was niet meer genoeg ruimte om nieuwe huizen te bouwen. 

Een oplossing was een gemeentelijke herindeling waarmee de gemeente Rosmalen bij de gemeente ’s-Hertogenbosch werd gevoegd. In de polders rond het dorp Rosmalen was namelijk nog wel veel ruimte voor woningen. Ondanks felle protesten van de inwoners van het dorp zijn de gemeenten in 1996 samengevoegd. Begin 2000 werd gestart met de aanleg van een uitbreidingswijk tussen Rosmalen en de Maas: De Groote Wielen. 

Tiny houses 
’s-Hertogenbosch is nog altijd de enige plek ter wereld waar bolwoningen staan. Het bouwen van een bolwoning toch te ingewikkeld en duur. Daarom zijn er geen nieuwe bolwoningen meer gebouwd. De unieke huisjes hebben wel veel media-aandacht gekregen en staan zelfs op de monumentenlijst.  

Tegenwoordig is wonen in kleine huisjes weer populairder geworden. Dat komt doordat er opnieuw een woningtekort is. ’s-Hertogenbosch zijn inmiddels verschillende ‘tiny houses’ gebouwd. Deze kleine huisjes nemen weinig bouwgrond in beslag en zijn goedkoop. 

Het aantal woningen in Nederland is sinds de jaren zestig verdriedubbeld, maar het aantal Nederlanders is ook snel gegroeid. Bovendien woonden vroeger meer mensen in één huis dan nu. Daarom blijft ’s-Hertogenbosch op zoek naar nieuwe woonvormen en ruimte om te bouwen.