De schepen van Zwammerdam

De Romeinse rijksgrens in de tweede en derde eeuw

Tussen 40 en 280 n.Chr. lag er een reeks Romeinse forten langs de Oude Rijn, waaronder Albaniana (Alphen aan den Rijn) en Nigrum Pullum (Zwammerdam). De aanvoer van manschappen, voorraden en bouwmaterialen gebeurde hoofdzakelijk per schip. De afgelopen vijftig jaar zijn bij opgravingen verscheidene Romeinse vrachtschepen uit de Rijnbedding tevoorschijn gekomen. De bekendste vondst is gedaan in Zwammerdam. Voorafgaand aan de bouw van zorginstelling Ipse de Bruggen op landgoed Hooge Burch werden daar tussen 1971 en 1974 drie vrachtschepen en drie kleinere bootjes gevonden. Ze geven, samen met andere vondsten, een goed beeld van de Romeinse rijksgrens in de tweede en derde eeuw.

Waarschijnlijk waren alle zes de schepen afgezonken om kades bij het fort te verstevigen. Ze kregen een nummer in volgorde van ontdekking. De Zwammerdam 1, 3 en 5 waren kleinere vaartuigen waarvan de romp uit één boomstam was gemaakt. Het waren zogenaamde boomstamkano’s. Deze bootjes waren tussen de 5,5 en 10,5 meter lang en heel wendbaar, zodat men daarmee ook de kleinere zijrivieren van de Rijn goed kon bevaren. Ze zijn niet precies te dateren.

De Zwammerdam 2, 4 en 6 waren grote platbodems van 20 tot wel 34 meter lang. Ze dienden als vrachtschip en staan wereldwijd bekend als het scheepstype ‘Zwammerdam’. Later zijn in Woerden en Leidsche Rijn (Utrecht) vergelijkbare schepen gevonden. Ze vervoerden bouwmateriaal, graan, servies, wijn en olijfolie.

Anders dan vroeger werd gedacht, konden deze schepen de Rijn in beide richtingen bevaren: met de stroom mee, maar ook stroomopwaarts. De meeste waren voorzien van een mast met een zeil en sommige van roeiriemen. Ook zal men schepen hebben geboomd en vanaf de oever hebben voortgetrokken (‘gejaagd’) .

 

Wegen op de oeverwal

Behalve goederen werden ook troepen per schip verplaatst. Dat was een veel snellere manier van vervoer dan per kar. Dit gold zeker voor de periode waarin er nog geen grote wegen waren aangelegd, en er hooguit een eenvoudig pad langs de rivier liep, dat onder meer als jaagpad diende.

Eind eerste eeuw legden waarschijnlijk speciale eenheden van het Romeinse leger de eerste wegen langs de Rijn aan. Vooral in het begin van de tweede eeuw hebben grootschalige wegwerkzaamheden plaatsgevonden. Zo is ter hoogte van het huidige Westvaartpark in Hazerswoude-Rijndijk een nieuwe weg aangelegd met bruggen over en dammen in de vele moerasstroompjes. De bomen voor de houten palen van dit stuk weg zijn gekapt in de winter van het jaar 124 op 125 en kwamen van buiten de regio. De boomstammen zullen vooral per schip zijn vervoerd, hoewel men ze ook wel samengebonden in vlotten de rivier liet afdrijven.

 

Schepen en stenen forten

Ook al zal de Rijn vanaf de vroegste aanwezigheid van het Romeinse leger bevaren zijn geweest, toch zijn er maar weinig schepen uit de eerste eeuw bekend. Het vroegste vrachtschip uit Zwammerdam is de Zwammerdam 4, die in 97 is gebouwd. De andere twee grote Zwammerdamschepen zijn jonger. De Zwammerdam 6 (tweede helft van de tweede eeuw) en de Zwammerdam 2 (begin derde eeuw) zullen een rol hebben gespeeld bij de grote verbouwingen van de forten langs de Rijn. Vanaf het jaar 160 kregen de houten forten stenen verdedigingswerken en hoofdgebouwen. Deze nieuwe bebouwing moet voor de omgeving indrukwekkend zijn geweest. Steenbouw was niet bekend in de Rijndelta. Albaniana was in dit gebied het eerste fort dat een stenen ommuring en stenen poorten kreeg en vermoedelijk ook een stenen hoofdkwartier. Nigrum Pullum volgde tien, twintig jaar later.

Voor de eerste nieuwbouw in steen – en de vele verbouwingen daarna – zijn tonnen tufsteen en andere soorten natuursteen per schip vanuit het Eifelgebied naar deze regio vervoerd. Ook grote partijen dakpannen werden zo afgeleverd op verschillende plaatsen langs de rijksgrens.

Regelmatig vonden er aan de forten herstelwerkzaamheden plaats. Dat kwam onder meer doordat de Rijn wel eens overstroomde. Hoe solide ze er ook uitzagen, zelfs de Romeinse steenconstructies waren daar niet altijd tegen bestand. Rond 180 werd het stenen fort van Albania bijvoorbeeld zwaar beschadigd door zo’n overstroming. Ongeveer dertig jaar later, tussen het jaar 208 en 211, vond opnieuw een grote verbouwing van dit fort plaats, nadat een muur met een poort ‘door ouderdom was ingestort’. De constructie werd ‘vanaf de fundamenten’ hersteld, zo meldt de grote kalkstenen bouwinscriptie die waarschijnlijk boven de zuidelijke poort was bevestigd. In de gracht bij die poort zijn vijf stukken van deze inscriptie teruggevonden.

 

Zone tussen de forten

Op verschillende plaatsen langs de Oude Rijn was er tussen de forten sprake van zowel militaire aanwezigheid als lokale bewoning. Zo hebben ten oosten van Albaniana, ter hoogte van de Schans, bij de kruising van de spoorlijn en de Gouwe, en iets verderop, bij de spoorlijn ter hoogte van het Goudse Rijpad, militaire installaties gestaan. Daarbij in de buurt stond ook een boerderij, een woonstalhuis met een greppel eromheen. Hetzelfde geldt voor een locatie ten westen van Albaniana, ter hoogte van de Hoorn en de Máximabrug. Ook hier was sprake van zowel lokale als militaire aanwezigheid. Kennelijk mochten er in de tweede eeuw mensen wonen en was er nauw contact tussen lokale bewoners en het leger.

Een andere militaire locatie, die in 180 is overstroomd, lag ter hoogte van de huidige nieuwbouwwijk Westvaartpark in Hazerswoude-Rijndijk. Mogelijk was hier een wachtstation of paardenwisselplaats. Geen onlogische plek, halverwege de forten Albaniana en Matilo bij Leiden-Roomburg. Te midden van de tienduizenden Romeinse vondsten bevonden zich offerbeeldjes, die wijzen op religieuze rituelen. Fragmenten van rode zandsteen geven aan dat er een mijlpaal langs de weg stond. Op dergelijke palen was te lezen wat de afstand naar de volgende plaats was.

 

Vertrek van de Romeinen

Rond 280 verlieten de troepen van het Romeinse leger de forten en waarschijnlijk hielden ook de kampdorpen (vici) op te bestaan. Hoe lang de Romeinse bebouwing daarna nog overeind stond, is niet bekend. Bewoners uit de omgeving zullen het fort in de loop van de tijd hebben gesloopt; het schaarse en dus kostbare natuursteen zal een tweede leven hebben gekregen. Natuurlijke begroeiing overwoekerde de nederzettingen. Veel schepen kwamen hier niet meer aan. Maar de Rijn bleef doorstromen alsof er niets was gebeurd in al die eeuwen van Romeinse bezetting.

 

TEKST: JULIA CHORUS EN BERNADETTE VERHOEF

 

BEZOEKEN

  • Romeinse restauratiewerf (Museumpark Archeon, Archeonlaan, Alphen aan den Rijn), waar de Zwammerdamschepen opnieuw worden opgebouwd en gereconstrueerd.
  • Archeologiehuis Zuid-Holland (voor de ingang van het Archeon). Toont verscheidene vondsten uit Albaniana, waaronder de inscriptie van de stenen poort.
  • Zwammerdam, Ipse de Bruggen, bezoekerscentrum Nigrum Pullum (Spoorlaan 19), met vondsten uit Nigrum Pullum en scheepsmodellen.
  • Gemeentehuis Alphen aan den Rijn (Stadhuisplein 1). Hier staat een – aangevulde – replica van de inscriptie van het stenen poortgebouw.
  • Historisch Museum Hazerswoude (Dorpsstraat 66). Hier zijn vondsten uit Hazerswoude in het algemeen en die van het Westvaartpark in het bijzonder tentoongesteld.

VERDER LEZEN

https://geschiedenisvanzuidholland.nl/zien-en-doen/activiteiten/timetravel-ga-op-tijdreis-langs-de-romeinse-limes.

J.P. Chorus, N. van den Berg en T. Henkes, Romeinse forten in Zuid-Holland (Assen 2018).

J.P. Chorus, ‘De forten langs de Rijn in Romeins Nederland’, in: S. Mols & M. Polak (red.), De Romeinse limes in Nederland. Themanummer van Lampas 53 (2020) nr. 2, 157-173.

E. van Ginkel en W.K. Vos, Grens van het Romeinse Rijk. De limes in Zuid-Holland (Utrecht 2018).

C. Guelen en W. Guelen, Het verhaal van de Romeinen in Zuid-Holland op 10 plekken. Tijdreisgids van Romeins Zuid-Holland (Delft 2024).

T. Hazenberg en P. van der Heijden, Varen op de Romeinse Rijn. De schepen van Zwammerdam en de limes, (Leiden 2016).

M. Polak et al., Alphen aan den Rijn – Albaniana 2001-2002. Opgravingen tussen de Castellumstraat, het Omloopkanaal en de Oude Rijn. Libelli Noviomagenses 7 (Nijmegen 2004).