Landinrichtingswet

De ruilverkavelingswet wordt in 1985 vervangen door de Landinrichtingswet; vanaf die tijd wordt de aandacht verlegd van ruilverkaveling naar het herinrichten van het land, bijvoorbeeld landbouwgronden worden natuurgronden of recreatiegebieden.

De overheid krijgt steeds meer bemoeienis met de landinrichting. Het grondgebruik in de niet-bebouwde gebieden krijgt een meer gevarieerd karakter. Niet alleen de landbouwbelangen spelen, ook de belangen van recreatie, landschap, milieu, etc. Het afwegen van al deze belangen vraagt om vervanging van de Ruilverkavelingswet in de Landinrichtingswet.

In april 1984 kwam de wet door de Tweede Kamer. De bezwaren die in met name de jaren '60 tegen de Ruilverkavelingswet werden gekoesterd, bestaan ook nu weer ten aanzien van de Landinrichtingswet.

Ging het bij de ruilverkaveling om bezwaren tegen de aantasting van het particuliere eigendom, nu bestaat de vrees dat het particuliere gebruik van de grond zal worden beperkt.