Oprichting SDAP

De sociaal democratische arbeids partij

De SDAP, Sociaal-Democratische Arbeiderspartij was een sociaaldemocratische Nederlandse politieke partij die bestond van 1894 tot 1946. De partij is ontstaan uit een scheur binnen de Sociaal-Democratische Bond en ging over in de Partij van de Arbeid.

 

De SDAP werd in 1894 opgericht in Zwolle, door de leden van de Sociaal-Democratische Bond van Domela Nieuwenhuis. De twaalf oprichters van de partij worden ‘de twaalf apostelen’ genoemd, waartoe Pieter Jelles Troelstra, Jan Schraper en Willen Vliegen behoorden.

In 1897 veroverden de SDAP hun eerste twee zetels in de Tweede Kamer, al snel werd het parlementaire werk de hoofdactiviteit van de sociaal-democratische partij.

De SDAP streed voor algemeen kiesrecht en sociale wetten, zoals het staatspensioen. De invoering van het algemeen kiesrecht in 1917 zorgde voor meer zetels voor de partij. In 1925 werd Troelstra als partijleider opgevolgd door Johan Willem Albarda. In 1939 nam de partij deel aan het kabinet-De Geer II met 2 ministers, Albarda en Jan van den Tempel.

 

Toen:

Voor de tijdgenoten betekende de oprichting van de SDAP dat er op democratische wijze word gezorgd voor verbetering van de situatie van de arbeiders van die tijd. Ook streed de SDAP voor algemeen kiesrecht en het invoeren van sociale wetten.

 

Kenmerkend Aspect:

Een kenmerkend aspect wat bij de SDAP pas is het ontstaan van de politieke stroming socialisme.

 

Nu:

Ook nu nog is de invloed van de SDAP te zien, kijk bijvoorbeeld naar de bekende sociaal-democratische partij; de PvdA

 

Relatie met Democratie en Rechtstaat

De SDAP streed voor algemeen kiesrecht, sociaal democraten vormen nu een belangrijke politieke stroming in Nederland.