Een nieuwe politieke stroming

https://www.youtube.com/watch?v=Y5ZPfb5lJVo

Vanaf 1848 hadden alleen welvarende burgers (mannen) invloed op het bestuur door het censuskiesrecht. In de loop der tijd komt er een nieuwe politieke stroming, namelijk het confessionalisme. Het confessionalisme stelt het geloof centraal, het doel is een samenleving te creëren die gebaseerd is op basis van de christelijke normen en waarden. De politieke stroming splitst uiteindelijk in 2 groepen, namelijk de protestanten onder leiding van Abraham Kuyper en de katholieken onder leiding van Herman Schaepman. De protestanten zijn antirevolutionair, ze zijn tegen de verlichting en dus de Franse revolutie, omdat de revolutie had verklaart dat god er niet toe doet. Zij vinden dat de bijbel leidend moet zijn in de politiek. In 1879 richt Abraham de antirevolutionaire partij op, in zijn partij staat de soevereiniteit in eigen kring centraal. De katholieken hadden een ander doel, zij streden namelijk voor de emancipatie. Het liberalisme, de katholieke en de protestante veroorzaakten grote politieke tegenstellingen op bijvoorbeeld het gebied van onderwijs.

In de onderwijswet was vastgesteld dat bijzondere scholen geen subsidie kregen en openbare scholen wel. De liberalen vonden dit een goede wet, maar de katholieken en de protestanten waren het daar niet mee eens. Ze besloten om samen te gaan werken tegen de liberalen en uiteindelijk lukte het in 1917, daar kregen bijzonder scholen evenveel subsidie als openbare scholen.