Protestantisme

Twee belangrijke gebeurtenissen

De ontwikkeling van het protestantisme in Maarssen kent in algemene zin geen opvallende verschillen met de landelijke ontwikkeling. Wel is sprake van een vertraagde ontwikkeling. Pas ruim een eeuw na 1517 is er in Maarssen sprake van een begin van wat wij nu het protestantisme noemen. Er zijn echter twee gebeurtenissen in de Maarssense kerkgeschiedenis die bijzonder zijn: de vestiging van de Westhill-kinderkapel en daarnaast het ‘schisma’ in de Gereformeerde Kerk van Tienhoven.

Doleantie van 1886

Tijdens het bewind van koning Willem I werd de Nederlandse Hervormde Kerk opnieuw gevormd door een nieuwe kerkorde (1815). Al snel ontstond er onderhuids gemor in deze kerk, maar in Maarssen bleef alles lang bij het oude. Dat veranderde tijdens de Doleantie van 1886 met de kerkscheuring tussen hervormden en gereformeerden. Er vestigde zich ook in Maarssen een Gereformeerde Kerk. In 1908 splitste de Christelijk Gereformeerde Kerk zich weer van deze kerk af. Ondertussen was in 1901 aan de Wilhelminaweg ook nog de vrijzinnige geloofsgemeenschap N.P.B. (Nederlandse Protestantenbond) ontstaan. Of dit nog niet genoeg was, ontstond de Hervormde Evangelisatie als een afsplitsing van de Hervormde Gemeente. De leden kerkten in wat tegenwoordig rouwcentrum Snijders is.

De Westhill Kinderkapel

Met de naam ‘Westhill’ wordt een vernieuwende, om niet te zeggen revolutionaire zondagsschoolmethode bedoeld. De naam is afgeleid van Villa Westhill in Engeland, waar volgens deze methode godsdienstonderwijs werd gegeven.

In 1913 werd in Maarssen op initiatief van mevrouw Marie van Voorst van Beest (1879-1954) de Westhill Kinderkapel aan de Parkweg geopend. Het motto van het onderwijs was: ‘Wil je het kind leren, kijk naar het kind en het zal jou leren!’ Van Voorst van Beest had de kennis van deze methode zelf opgedaan in Engeland. Het ging er vooral om het kind in te wijden in het geheim van de omgang met God. Dat vereiste een ‘geheiligde ruimte’. Daartoe bouwde men de Westhill Kinderkapel. De kapel bestaat nog, maar het werk van Westhill heeft nooit blijvend wortel geschoten in Nederland.

Schisma in Tienhoven

In 1925 deed Evert Louis Smelik (1900-1985) zijn intrede in de Gereformeerde Kerk in Tienhoven. Al snel raakte hij in conflict met de synode van zijn eigen kerk. Het ging om de vraag of de slang in het paradijs nu daadwerkelijk gesproken had of niet. Ds. Smelik behoorde tot de kleine kern van voorgangers in zijn kerk die geloofde dat je dit verhaal louter symbolisch moest interpreteren. De overgrote meerderheid meende echter dat het letterlijk opgevat moest worden. Smeliks interpretatie werd niet getolereerd. Hij werd geschorst en later zelfs afgezet. Smelik bleef bij zijn standpunt: ‘Wie de symboliek en de beeldtaal van de Bijbel niet wil begrijpen, die begrijpt er al snel helemaal niets meer van’. Hij stond echter in zijn tijd nogal alleen.

Zo kon het gebeuren dat er in Tienhoven naast de Hervormde Kerk en de Gereformeerde Kerk, ook een Hersteld Verbandkerk ontstond. In die laatste kerk verzamelden zich de gelovigen die geloofden dat de slang niet had gesproken. Daarnaast is er ook nog een Vergadering van Gelovigen in Tienhoven geweest. Dat heeft allemaal plaats gevonden op die ene dijk, waar nu gelukkig de rust is weergekeerd. 

Samen

In Tienhoven is men de kwestie Smelik al lang vergeten. De Hersteld Verbandkerk is na de Tweede Wereldoorlog opgegaan in de Hervormde Gemeente en later is deze gemeente weer samengevloeid met de Gereformeerde Kerk tot de Protestantse Gemeente van Tienhoven. Ook de Hervormde Evangelisatie in Maarssen is inmiddels opgegaan in de Protestantse Gemeente van Maarssen.