Zoals bij evaluatiediensten van andere ontwikkelingsorganisaties (multilateraal of bilateraal) heeft ook de evaluatie-afdeling bij de EBRD een dubbele focus: (a) identificatie van lessons learned met het oog op verbetering van de kwaliteit van projectuitvoering (do the things right) en (b) het afleggen van verantwoording naar de aandeelhouders m.b.t. het uitvoeren van beleid (do the right things).
Bij de EBRD ligt de nadruk op evaluatie van projecten uitgevoerd door private partijen. Dit vloeit voort uit het gegeven dat het leeuwendeel van de activiteiten bestaat uit private sector operations. Beoordeling van de resultaten (performance) van deze projecten is de hoofmoot van het werk van de evaluatie-afdeling. De EBRD hanteert hierbij de volgende zes criteria: transitie-impact, sound banking, additionaliteit, milieu-eisen, investment performance en Bank handling of the project. Deze criteria zijn EBRD-specifiek. Andere MDBs hanteren de rating categorieën van de OESO: relevantie, effectiviteit, efficiency en duurzaamheid.
Vanaf de oprichting van de bank ressorteerde de evaluatie-afdeling onder Bank Management. Sedert 2005 wordt de afdeling direct aangestuurd door de Board. Daarmee is de onafhankelijkheid van de evaluatieafdeling toegenomen en meer in lijn gebracht met de internationale best practice.
Nadere uitwerking van bovenstaande is te vinden in het artikel "Reflections on private sector evaluation in the EBRD: 1991 - 2010" van de hand van Fredrik Korfker, voormalig Chief Evaluator and Head of Evaluation bij de bank.
De Nederlandse regering hecht traditiegetrouw veel belang aan een goed ingerichte en goed functionerende evaluatie-afdeling.
De meest recente herziening van het EBRD evaluatiebeleid vond plaats in 2013. Dat nieuwe beleid is hier te vinden, evenals nadere informnatie van en over de onafhankelijke evaluatieafdeling van de bank.