De eerste boerderijen
Loon ontstaat in de 13de eeuw. Boeren bouwen hun boerderijen met wat er in de omgeving voorhanden is: stammen en takken, stro, riet, gras en leem. Zo’n boerderij gaat niet lang mee en moet steeds weer gerepareerd of opnieuw opgebouwd worden.
Tot de 19de eeuw is het voor boeren levensgevaarlijk door rovers en plunderende soldaten. Daarom bouwen ze hun boerderijen dicht bij elkaar in buurtschappen. Samen kunnen ze deze 'onverlaten' beter afschrikken. Ook helpen ze elkaar bij het blussen van branden. Die kwamen veel voor in die tijd, want boerderijen waren gebouwd met brandbare materialen en hadden open vuren in de haard.
Wanneer mensen leren om van klei stenen te bakken, kunnen ze duurzamer bouwen en gaan boerderijen langer mee. Het is niet precies bekend wanneer de eerste stenen boerderij op Loon is gebouwd, maar de oudste die er nu nog staan, zijn uit het begin van de 18de eeuw. Inmiddels wonen er bijna geen boeren meer op Loon en hebben de bewoners hun boerderijen omgebouwd tot woonhuizen.
Vijf oude boerderijen in Loon staan op de Rijksmonumentenlijst.
Langgevelboerderijen
De boerderijen op Loon zijn langgevelboerderijen. Het woongedeelte, de stal en de schuur zitten aan elkaar vast in één lang gebouw. In het woonhuis woont de boer met zijn gezin. De stal is voor de dieren en de schuur voor het gereedschap. Op de hooizolder wordt de wintervoorraad hooi opgeslagen. De boer kan binnendoor bij zijn dieren en spullen komen.
De muren zijn van baksteen en het dak is van riet. Dat is natuurlijk brandgevaarlijk, maar dakpannen zijn heel duur. Pas als een boer genoeg geld heeft, kan hij dakpannen kopen en op zijn dak leggen. Dan is hij letterlijk ‘onder de pannen’, wat betekent dat het hem goed gaat en dat hij veilig en beschermd is.
Lindebomen
Voor veel boerderijen staan lindebomen. Deze zijn niet alleen mooi, maar ook nuttig. Ze zorgen voor schaduw op warme dagen en beschermen de boerderij tegen een vonkenregen bij brand. Wanneer de lindeboom in bloei staat, lijkt het alsof hij zingt. Dit komt doordat er veel zoemende bijen op afkomen om nectar te verzamelen. De bijen maken van deze nectar honing.
De Plaetse
Op Loon staan de boerderijen rondom een open ruimte die de plaetse heet. Deze heeft een driehoekige vorm. De hoeken konden worden afgesloten met een slagboom om de schapen van alle boeren bij elkaar te drijven. Een jongen was dan genoeg om de hele kudde mee te nemen naar de heide bij de Heikant. Daar liet hij de schapen een paar uur grazen. 's Middags bracht hij de kudde weer terug. Op de plaetse wisten de schapen zelf de weg naar hun potstal om te herkauwen en te poepen. In de potstal werd zo gedurende de winter mest opgepot om in het voorjaar de akkers vruchtbaar te maken.
Eiken
Op de plaetse staan eiken. Het zijn oude en karakteristieke bomen. De meeste die je er nu ziet, zijn waarschijnlijk in de 19de eeuw geplant. Vroeger werden bomen omgezaagd om met het hout boerderijen te (ver)bouwen. Nu mag dat niet meer. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd er nog één uitzondering gemaakt. De bruggen waren opgeblazen en er mocht één boom gekapt worden om noodbruggen van te maken.
Beschermd dorpsgezicht
Loon is een stukje geschiedenis en zó bijzonder en mooi dat we willen dat het er altijd zo uit blijft zien. Het laat zien hoe een buurtschap er vroeger uitzag. Bewoners mogen hun boerderij daarom aan de buitenkant niet veranderen. Ze moeten zich aan strakke regels houden. Je mag bijvoorbeeld niet zomaar een modern raam plaatsen of deuren in een andere kleur verven. Elke verandering moet passen bij de oude stijl van Loon. En daarom liggen er ook geen zonnepanelen op de daken!