Anderhalve eeuw later wordt het uitzicht vanuit het westen gedomineerd door de kleur en de hoogte van de Park- en Rijntorens. De kleinschalige, ambachtelijke, groene burgerstad uit de negentiende eeuw heeft plaats gemaakt voor de betonnen grootschaligheid van de zakelijke dienstverlening.
De ijzeren spoorweg
Zes jaar nadat de eerste spoorlijn in Nederland, van Amsterdam naar Haarlem in 1839, was geopend, bereikte de ijzeren spoorweg Arnhem. De Rhijnspoorweg verbond Arnhem via Utrecht met de hoofdstad van ons land. Daarmee was een snelle, directe verbinding tussen Arnhem en het westen van het land gerealiseerd. De opening van de spoorlijn op 14 mei 1845, waarvoor koning Willem II zich wegens ‘keelpijn’ had afgemeld, ging gepaard met de ingebruikname van een stationsgebouw. Het gebouw had terrassen op de eerste verdieping met uitzicht op Sonsbeek en de Betuwe. Het gebouw was al snel te klein en in 1869 werd een robuust bakstenen pand het nieuwe onderkomen.
Snelle groei
Het spoornet rond Arnhem groeide snel. In 1856 werd de verlenging naar Emmerik, via Zevenaar, geopend en weer negen jaar later vond de opening plaats van de spoorweg naar Zutphen. Tegen de zin van de Arnhemmers waren de spoorlijnen aangelegd op hoge dijken die, als een nieuwe stadsmuur, de stad scheidden van de groene Veluwe. Met het toenemende autoverkeer in de twintigste eeuw bleek de dijk ook een pluspunt te hebben: de stad werd niet geplaagd door stilstaand autoverkeer voor gesloten overwegen.
De opening van de spoorlijn naar Nijmegen in 1879 betekende het einde van een tijdperk. Niet alleen betekende het de voltooiing van het spoornetwerk rond Arnhem. Ook lag Nijmegen nu voor het westen van het land onder handbereik. De specifieke voordelen van Arnhem als vestigingsplaats waren verdwenen.
Station Arnhem
Het Stationsplein rond 1930 liep vanaf het stationsgebouw uit 1869 naar beneden. Na de oorlog is bij de herinrichting het plein afgegraven. Rondom het plein stonden hotels als Sluis (oudst), Oranje-Nassau (chicst), Haarhuis (met lunchroom en terras) en Bristol. Het laatste hotel van eigenaar Jan Dommering, die wereldkampioen biljarten in 1925 was, had als eerste hotel in Arnhem centrale verwarming en elektrisch licht.
Rechts naast de oostelijke zijvleugel van het stationsgebouw stond het postdistributiekantoor dat in zijn geheel werd verplaatst. Als Station Klarendal is het neogotische gebouw uit 1887 vanaf 2008 het onderkomen van restaurant ‘Goed’ (Proeven).
Het stationsplein en de aanliggende gebouwen werden in de Tweede Wereldoorlog verwoest. De vele grote hotels werden vervangen door kantoren. Het nieuwe kleinere stationsgebouw stond weggedrukt in een hoek van het nieuwe plein.
Vernieuwing
In 1994 werden in Arnhem Centraal nieuwe ontwikkelingen en andere ideeën ten aanzien van openbaar vervoer samengebracht. De mogelijke komst van de Hoge Snelheids Lijn (HSL) bracht alles in een stroomversnelling. Het stationsgebouw moest vervangen worden door een ‘terminal’ met een rechtstreekse wandelpromenade naar de binnenstad. Bouwkundige en financiële tegenslagen zorgden ervoor dat het stationsgebied jarenlang een lelijke bouwplaats bleef. Het reizigersonvriendelijke tijdelijke stationsgebouw met schijnbaar oneindige hoge provisorische trappen (2006-2011) gold daarbij als absoluut dieptepunt. Nadat in november 2015 het nieuwe station was geopend, sleepten het gebouw en het gebied de ene na de andere architectuur- en stadsvernieuwingsprijs in de wacht.
Rechten
Jan de Vries, CC-BY-NC