De Rijksuniversiteit Limburg

Het hoger onderwijs

Op 9 januari 1976 opende koningin Juliana in de Sint-Servaaskerk in Maastricht de Rijksuniversiteit Limburg (RL), tegenwoordig bekend als Universiteit Maastricht of Maastricht University (UM). Dat moment was om drie redenen bijzonder. Ten eerste was het de eerste universiteit (instelling waar op wetenschappelijk niveau onderwijs wordt gegeven en onderzoek wordt gedaan) op het grondgebied van de hedendaagse provincie Limburg ooit. Eerder moesten talentvolle Limburgse jongeren voor hun universitaire studie naar het noorden van het land gaan, of naar Luik, Leuven of Aken. Ten tweede had de universiteit geen exclusief katholieke basis, net als die in Leuven en Nijmegen. In plaats daarvan was zij een rijksuniversiteit geworden en had zij dus een ‘neutraal’ karakter qua geloof en overtuiging (ideologie). Het onderwijs in Limburg was tot op dat moment voornamelijk in handen van de katholieke elite geweest [vensters 26 & 37]. Ten derde was er in Limburg hard gestreden om de universiteit binnen te halen. Mede daarom werd vestiging ervan in Maastricht gezien in de provincie als een vorm van rechtvaardigheid. Eindelijk, na jarenlange voorbereidingen, was het gelukt om helemaal onderdeel te worden van de Nederlandse universitaire wereld.

Gelijke kansen

Niemand had harder voor de universiteit gevochten dan Sjeng Tans (1912-1993). Deze Maastrichtenaar van katholieke huize wilde het katholicisme vernieuwen. Zo vond hij dat katholieken niet automatisch op de Katholieke Volkspartij (KVP) moesten stemmen. Ten tijde van de ‘verzuiling’ [venster 43] was dit gebruikelijk geweest. Na de Tweede Wereldoorlog (1940-1945) werd hij een enthousiast lid van de Partij van de Arbeid (PvdA), de sociaaldemocratische partij die alle vernieuwende krachten in Nederland wilde bundelen. De Nederlandse bisschoppen voelden zich door dit plan van de PvdA bedreigd. In 1954 raadden zij daarom katholieken af om lid te worden of blijven van die partij. Tans was destijds leraar Nederlands aan een middelbare school. Het katholieke schoolbestuur gaf hem de volgende keuze: óf weg bij de PvdA óf ontslag. Hij koos voor het laatste en werd politicus. Vanuit de Tweede Kamer wilde hij het middelbaar en hoger onderwijs moderniseren. Zijn grote ideaal: gelijke kansen voor iedereen. Vanaf medio jaren 1960 zette hij zich vanuit Den Haag én Limburg krachtig in voor het binnenhalen van een universiteit in Maastricht. Hij speelde een cruciale rol in de groep die vanaf 1965 naar een rijksuniversiteit streefde, te beginnen met een medische universitaire faculteit oftewel ‘afdeling’. Deze kwam er in 1969 met als belangrijkste argument dat de spreiding van het wetenschappelijk onderwijs in Nederland noodzakelijk was. Daarbij bood de ligging van Maastricht kansen voor een Europees gerichte universiteit in de Duits-Frans-Nederlandse cultuurdriehoek. Dat de universiteit als een soort vergoeding diende voor de mijnsluitingen vanaf de jaren 1960 [venster 50] speelde ook mee. Maar dat was vooral belangrijk bij de verdere uitgroei van de instelling.

Groei

In Limburg was er sinds de jaren 1960 sprake van een explosieve stijging van het aantal studenten. De voornaamste reden hiervoor was de naoorlogse geboortegolf, in combinatie met de groeiende welvaart en studiebeurzen waarmee goede leerlingen uit de armere bevolkingsgroepen naar de universiteit konden gaan. Bovendien kreeg in deze tijd de maatschappelijke waarde van zelfontwikkeling meer aandacht. De noodzakelijke uitbreiding van de universitaire wereld stond niet op zichzelf. Ook het hoger beroepsonderwijs werd populairder. De behoefte aan mensen die hadden gestudeerd was vanwege de wederopbouw [venster 47] snel toegenomen. Het hoger beroepsonderwijs in Limburg was divers. In Maastricht kwamen er de Jan van Eyck Academie, de toneelacademie en het conservatorium. Heerlen en Venlo kregen technische hogescholen. En in Sittard vestigde zich het hoger economisch en administratief onderwijs. Elders in Limburg deed onder meer de sociale academie het goed. Om al deze verschillende vormen van hoger beroepsonderwijs meer op elkaar af te stemmen, kwam vanaf de jaren 1980 een fusieproces op gang dat in 2001 tot Zuyd Hogeschool leidde. Die instelling heet tegenwoordig Zuyd University of Applied Sciences vanwege de internationalisering van het hoger onderwijs. Een belangrijk moment was ook de oprichting van de Open Universiteit in Heerlen in 1984. Dat de stad deze universiteit werd gegund, kwam omdat de toenmalige Oostelijke Mijnstreek door de gevolgen van de mijnsluitingen zwaar was getroffen. De werkloosheid lag er bijvoorbeeld ver boven het landelijke gemiddelde. Op basis van het ideaal van ‘tweede kans onderwijs’ biedt de Open Universiteit afstandsonderwijs aan in Nederland en in Vlaanderen. Alle volwassenen van achttien jaar en ouder kunnen er zonder vooropleidingseisen een universitaire studie doen.

Vernieuwing

De oprichting van de Rijksuniversiteit Limburg was een succes. Met een nieuwe aanpak, het ‘probleemgestuurd onderwijs’, droeg zij bij aan de vernieuwing van het hoger onderwijs in Nederland. Kenmerkend hiervoor is dat studenten in kleine groepen leren om zelfstandig praktische en theoretische problemen op te lossen. Zij worden uitgedaagd om daarbij over de grenzen van de bestaande wetenschappelijke specialismen heen te denken. De universiteit begon met een medische faculteit. Achtereenvolgens werden daar gezondheidswetenschappen, rechten, economie, cultuurwetenschappen, psychologie, kennistechnologie en de University Colleges, zowel in Maastricht als in Venlo, aan toegevoegd. Samen met andere universiteiten en hogescholen zoekt de Maastrichtse universiteit naar samenwerking met het Limburgse bedrijfsleven om de – meestal sterk op de ontwikkeling en de toepassing van nieuwe technologie gerichte – ‘kenniseconomie’ te versterken. Door in te spelen op de internationalisering van het hoger onderwijs trekt de universiteit zoveel mogelijk studenten uit binnen- en buitenland. Het Verdrag van Maastricht uit 1992 [venster 54] heeft de stad in internationaal opzicht grote bekendheid gegeven. Verreweg de meeste opleidingen worden nu in de Engelse taal aangeboden. De universiteit telt meer dan 22.000 studenten uit meer dan honderd verschillende landen. Omdat Maastricht sinds 1991 internationaal bekender was geworden dan Limburg, veranderde de universiteit haar naam eerst in Universiteit Maastricht, en later, in 2008, in Maastricht University.