Limes

  1. Limes

    Ongeveer 2000 jaar geleden veroverden de Romeinen (uit Italië) vele landen. Daardoor ontstond het grote Romeinse Rijk. Een groot deel van wat nu Nederland is, was toen Romeins. De rivier de Rijn stroomde van vlakbij Nijmegen via Utrecht naar de Noordzee. De Rijn was de noordgrens van het Romeinse Rijk. In het Latijn, de taal van de Romeinen, heet zo'n grens 'Limes'.

  2. Uit de grond

    In de provincie Utrecht liep de grens van Wijk bij Duurstede via Utrecht naar Woerden. Dat weten we omdat archeologen daar oude Romeinse spullen in de grond hebben gevonden. Zoals potten en wapens. Een paar jaar geleden werd in Leidsche Rijn een wachttoren en zelfs een heel schip opgegraven. Ook zijn er op verschillende plaatsen resten van wegen gevonden, waaronder grenspaaltjes.

  3. De Woerden 7

    In 2003 zijn in Woerden de restanten van een compleet Romeins schip gevonden. Dit schip wordt de Woerden 7 genoemd. Woerden lag op de grens van het Romeinse Rijk.

  4. Soldaten bouwen een weg

    In de eerste eeuw na Christus bouwden Romeinse soldaten een belangrijke weg langs hun grens. De romeinen waren heel goed in het aanleggen in wegen, maar in Nederland verzakte hun weg telkens. Dat bleek te komen door de slappere bodem. Er zat hier veel water in de grond, ondermeer door overstromingen van de rivier.

  5. Forten en dorpen om de grens te bewaken

    Langs de weg bouwden de Romeinen forten die ze castella noemden. Deze forten waren nodig om de grens te bewaken. In de provincie Utrecht stonden forten in Bunnik, in Utrecht op het Domplein, in Leidsche Rijn en in Woerden. De soldaten die de grens bewaakten, woonden in legerkampen rond de forten. In die dorpen waren werkplaatsen, winkels en natuurlijk een badhuis, want Romeinen vonden het belangrijk om schoon te zijn. En dat was in die tijd helemaal niet zo gewoon. Ook de vriendinnen en de kinderen van de soldaten woonden in deze dorpen.

  6. Germaanse stammen verslaan Romeinen

    Vanaf het jaar 250 werden steeds meer soldaten die in Nederland gelegerd waren door de keizer teruggeroepen omdat ze moesten vechten in andere oorlogen in het rijk. Daardoor werd de grens in Nederland minder goed bewaakt. De Germaanse stammen gingen samenwerken waardoor ze de Romeinen in Nederland (en dus ook in de provincie Utrecht) konden verslaan. De Romeinen trokken zich uiteindelijk terug in Zuid-Europa.

  7. De Germanen en de Romeinen

    De Romeinen bouwden ook wachttorens langs de grens. Zo konden ze de verschillende germaanse stammen, die aan de andere kant van de grens woonden, goed in de gaten houden. Lange tijd ging het goed tussen de Romeinen en de Germaanse stammen. De Romeinen brachten namelijk allerlei nieuwe spullen mee, zoals glas, muntgeld en geschreven taal (het schrift), maar ook olijfolie, wijn en vissaus. Daarnaast bouwden ze stenen huizen met vloerverwarming, viaducten en waterleidingen en ze voerden belastingen en het schrift in.

  8. Het leven van een Romeinse soldaat

    Het leven in een castellum bestond vooral uit oefenen en je eigen wapenuitrusting op orde houden. Een Romeinse soldaat droeg wollen onderkleding, een borstharnas, een helm en sandalen. Ook droeg hij een kort zwaard en een dik leren schild bij zich. Onder zijn sandalen zaten ijzeren noppen. Daar kon je als soldaat honderden kilometers op lopen. Omdat het leven van een Romeinse soldaat best goed was, wilden ook veel andere mannen voor de Romeinse keizer vechten. Een diensttijd van een Romeinse soldaat duurde 25 jaar. Wanneer die 25 jaar erop zat, kregen de militairen een diploma. In dit diploma stond beschreven dat hun rechten nu gelijk stonden aan de rechten als de Romeinen. Ook hadden de militairen, door dit diploma, toestemming om te trouwen.