Merwedegijzelaars

Verzet, razzia's en joden in de Tweede Wereldoorlog (1940 - 1945)

Op 16 mei 1944 pakte de Duitse bezetter bij een razzia aan beide zijden van de Merwede een groep van ongeveer zeshonderd jonge mannen op, afkomstig uit Sliedrecht, Giessendam, Hardinxveld en Werkendam (de Biesbosch). Met tweeduizend man hadden de Duitse soldaten huizen, gebouwen, treinen en bussen doorzocht en polders uitgekamd. De vergeldingsactie was een reactie op de aanslag op een groep Landwachters. Deze pro-Duitse Nederlanders, die een paramilitaire organisatie vormden, zochten in de Biesbosch naar onderduikers. De ondergrondse Nederlanders die het tegen de Duitsers opnamen, lokten de Landwachters in een hinderlaag en schoten twee Landwachters dood.

Door weg te kruipen in schoorstenen, onder de vloer of in hoge bomen ontkwamen slechts enkelen aan het transport in gesloten overvalwagens naar Kamp Amersfoort. Op 263 gijzelaars na die als werknemer onmisbaar waren voor de voor de Duitsers belangrijke scheepswerven, belandde de groep later in kampen in Duistland. Als gevangenen werkten ze onder meer in zoutmijnen en leefden ze in tentjes van hardboard, met stro op de grond en met slechts één deken. Het weinige voedsel in de kampen was slecht, het sanitair gebrekkig. Van de Merwedegijzelaars zijn er 27 overleden door ziekte en de geleden ontberingen.

De Tweede Wereldoorlog liet vooral in het westelijk deel van de Alblasserwaard diepe sporen na. In de eerste meidagen van 1940, toen de Duitse troepen Nederland binnenvielen, verschenen negen bommenwerpers boven Alblasserdam. Inzet was de brug over de Noord. Bommen vielen en grote branden braken uit. De balans van deze rampzalige 11de mei was 28 doden en 180 vernielde woningen en winkels, waaronder ook de scheepswerf Werf de Noord en het gemeentehuis. De dag daarop was het raak in Bleskensgraaf. Duitse vliegeniers zagen in de straten de geparkeerde legerauto's van terugtrekkende soldaten en gooiden bommen. Zeven mensen kwamen om het leven. Veertig huizen en het raadhuis werden met de grond gelijk gemaakt, de dorpskerk liep onherstelbare schade op.

Dagboek

'Laat me toch in 't volgende schrift over de vrede schrijven!', was de laatste zin die Esther van Vriesland uit Gorinchem op 6 september 1942 in haar dagboek schreef. Esther was joods en werd opgejaagd door de Duitsers. Esther schreef over het dagelijks leven van een kind in oorlogstijd, met alle hoop en wanhoop over school, vriendschappen, ouders en verliefdheden. Maar ook over de gele ster die ze van de ene op de andere dag moest dragen. De Duitsers waren uit op de vernietiging van alle joden. Ook Esther ontkwam niet aan hen. Op 26 september 1942 werden zij en haar familieleden weggevoerd om via Westerbork naar het vernietigingskamp Auschwitz te worden gedeporteerd, waar Esther op 5 oktober 1942 werd omgebracht.

Jan Snor

De Van Vrieslands doken niet onder, andere joodse families deden dat wel. Zij kregen hulp van het verzet. Van streekgenoten die het tegen de Duitse bezetter opnamen, zoals Jan Snor, de schuilnaam van Maarten Willem Schakel die zich aansloot bij een verzetsgroep in de Alblasserwaard. Jan Snor bracht de illegale krant Vrij Nederland rond en hielp joden onder te duiken. Nadat Zuid-Nederland in het najaar van 1944 bevrijd was, richtte Schakel een gewapende eenheid van de Binnenlandsche Strijdkrachten op in zijn geboortestreek. Vlak voor de bevrijding, in april 1945, vonden de Duitsers wapens en verboden lectuur bij hem. Schakel werd standrechtelijk ter dood veroordeeld. Een paar uur voor de executie bevrijdden leden van zijn verzetsgroep Schakel uit het politiebureau.

Te zien:

De oorlogsmonumenten langs de Dam en Polderstraat in Alblasserdam en in Bleskensgraaf.

De plaquette op het woonhuis van Esther van Vriesland op de hoek van de Kalkhaven en de Lombardstraat in Gorinchem.

De plaquette in Sliedrecht en Neder-Hardinxveld ter nagedachtenis aan de Merwedegijzelaars.

Literatuur:

Ambags-van Veenendaal, H.C. en Verloop, C., Alblasserdam bezet en bevrijd. Alblasserdam 1940-1945. Alblasserdam, 1985.

Huis, Frits en René Steenhorst, Maarten Schakel. Een onverzettelijk man. Amsterdam, 1986.

Stamkot, Bert (ed.), Esther een dagboek - 1942. Utrecht, 1990.

Digitaal Monument Merwedegijzelaars