Overal zijn nog herinneringen te vinden aan de stoomtram die ooit door West-Friesland en de Noordkop reed. De stoomtram van Schagen naar Wognum en Van Ewijcksluis. In Nieuwe Niedorp en Wieringerwaard vind je straten met de naam ‘Trambaan’. Het oude stationsgebouw in Wieringerwaard is gerenoveerd tot woning, een klein stukje spoor dient als monument bij De Weere en de tramabri bij Barsingerhorn. Het railvervoer uit het verleden is nog altijd te vinden in het heden.
Voordat de stoomtrams met hun diensten begonnen was er in onze omgeving al sprake van personen- en goederenvervoer. Dit werd verzorgd door het wagenveer, de trekschuit, de beurtvaart, de diligence en de paardentram. In 1865 werd Staatslijn K aangelegd. De spoorlijn van Den Helder naar Alkmaar. De stoomtrein had zijn entree gemaakt in de Noordkop. Dit bood de mogelijkheid te komen tot een fijnmaziger net van railvervoer in de streek.
De stoomtram Schagen–Wognum werd opgericht door een drietal vooruitstrevende Westfriezen. Dit waren Mr. Baron W.K. van Dedum, burgemeester van Hoorn, C. Donker, notaris te Benningbroek en J. Breebaart Kzn. Lid van de eerste Kamer. De plannen voor de tramlijn waren er al in 1891: op 9 juli 1891 vermeld de Schager Courant een voorstel aan de Provinciale Staten voor de aanleg van deze tramlijn. De eerste officiële tram op deze lijn reed op 30 oktober 1898. Exploitant was de Stoomtramweg Maatschappij West Friesland (SMWF). De lijn liep langs Barsingerhorn, Lutjewinkel, Winkel, Nieuwe Niedorp, Hoogwoud en Opmeer naar eindstation Wognum.
Bewoners in de streek hadden dankzij de tram een snellere mogelijkheid om markten en andere plaatsen te bezoeken. De Landbouwtentoonstelling in Opmeer was zo’n evenement dat veel reizigers op de been bracht. Niet alleen voor de reizigers was het spoor van belang. Het marktvervoer van groente, fruit, zuivel en vee nam een grote vlucht. Een grote klant was de gasfabriek in Nieuwe Niedorp; goed voor een vervoer van 150 wagens kolen per jaar. Tussen Wieringen en Van Ewijcksluis voeren de postboot van J. Buis en de veerboot van de fa. Asjes. Plannen voor een lijn naar Van Ewijcksluis kwamen begin 20e eeuw. In 1900 meldde de Schager Courant dat enkele ingezetenen van Wieringerwaard met ‘enige heeren’ uit de omgeving een comité hadden gevormd om de plannen te bespreken voor de aanleg van een stoomtramverbinding tussen Schagen en Van Ewijcksluis. Het verkeer tussen Wieringen, Anna Paulowna, Barsingerhorn en Schagen zou daardoor worden bevorderd en land- en tuinbouwproducten beter af- en aangevoerd.
Plannen bedenken is één, plannen ten uitvoer brengen is twee. Pas in 1907 werd bij notaris Backx de NV Spoorweg Wieringen – Schagen opgericht. Het stukje Van Ewijcksluis – Wieringen ging dan per boot. Drie jaar later werd toestemming gegeven voor de aanleg en exploitatie van de lijn. De inkomsten voor de aanleg kwamen van particulieren, gemeentes en polderbesturen. Er werden aandelen uitgegeven en een renteloos voorschot werd toegezegd, zodat kon worden gestart met een half miljoen gulden. Een kapitaal voor die tijd. Vijf jaar later wat het zover. Op 1 maart 1912 vond de opening van de lijn plaats. Het boemeltje reed vijf keer per dag heen en weer. Duur van de reis was ongeveer 40 minuten en voerde langs de Barsingerhorn, via de Westfriesedijk naar Wieringerwaard, de Drie Molens, Kerkweg, Kruisweg naar het eindstation Van Ewijcksluis.
De lijn was een aantal jaren van groot belang voor niet alleen het vervoer van reizigers, maar vooral als transportmiddel van landbouwproducten. Maar na 1925 werd het allemaal minder. Wieringen werd verbonden met het vasteland, vrachtwagens kwamen in opkomst en verzorgden de af- en aanvoer van landbouwproducten. De inkomsten daalden en de lijn begon aardig onrendabel te raken. Even was er nog een opleving door de aanvoer van materieel voor de Afsluitdijk, maar het aantal reizigers werd steeds minder. Men koos voor de autobus.
De tram naar Wognum bleef rijden tot 1930. Op 31 januari van dat jaar viel echter het doek voor de 23,4 km lange lijn. De verbinding naar Van Ewijcksluis hield het nog iets langer vol, dit had vooral te maken met de Zuiderzeewerken bij Wieringen. Behalve het teruglopende vervoer was er voor deze lijn nog een reden tot opheffing, namelijk de aanleg van het kanaal Schagen – Kolhorn. Hiervoor zou de bouw van een kostbare brug nodig zijn geweest.
Op 3 maart 1934 meldde het weekblad van de Neederlandsche Vereeniging van Spoor- en Tramwegpersoneel dat op 1 januari 1935 de exploitatie van de lijn zou worden beëindigd. Op 31 december 1934 was de laatste rit en kwam er een eind aan 23 jaar stoomtram.
Kijk verder
- Tramabri Barsingerhorn
Aan de Heerenweg bij nummer 1 staat een provinciaal monument, het tramabri uit 1910 in Barsingerhorn. De abri kan gewoon worden bekeken. Tijdens de Open Monumentendagen is het ook mogelijk het gebouwtje van binnen te bekijken.
- Stationsgebouw Wieringerwaard
In Wieringerwaard is nog altijd het tramstation te vinden aan de Zuid Zijperweg. Het gebouw dient als woning en is tijdens de Open Monumentendagen deels te bezichtigen. Het pand is te vinden tegenover de brug die leidt naar de Trambaan en het Witte Kerkje. - Museumstoomtram
Op de voormalige lokaal spoorlijn Hoorn – Medemblik (in exploitatie vanaf 1887) waar vroeger in Wognum aansluiting was op de tram naar Schagen, is de sfeer van de stoomtram nog goed te proeven. Met gerestaureerd materieel en authentieke stationnetjes kan men daar een reis terug in de tijd maken en dankzij de Museumstoomtram Hoorn – Medemblik het verleden herbeleven. Museumstoomtram beschikt over een dienstvaardige stoomlocomotief uit de serie, die ook naar Van Ewijcksluis heeft gereden: de NS 7742, gebouwd in 1914.
www.stoomtram.nl
- Boek: De Stoomtram Hoorn - Medemblik, Een Levend Museum (Korthof, Rein)
In dit boek zijn de verhalen en beschrijvingen van de stoomtram van Hoorn naar Medemblik verzameld.