IJverige studenten
In de voorgeschiedenis van de universiteit speelde de Arnhemse predikant Johannes Fontanus (1545-1615) een belangrijke rol. Als curator van de Harderwijker Latijnse school zette hij zich in om van die onderwijsinstelling een universiteit te maken.
Namen die meestal als eerste worden genoemd in verband met de Gelderse Universiteit, zijn die van Herman Boerhaave (1668-1738) en Carolus Linnaeus (1707-1778). Beide beroemde mannen waren echter geen studenten of hoogleraren in Harderwijk, maar kwamen hier alleen om te promoveren. Linnaeus was er slechts een week, namelijk van donderdag 17 juni tot donderdag 24 juni 1735. Maar die zeven dagen maakten wel veel indruk. Nog steeds.
Professor Johannes de Gorter (1689-1762), een talentvolle leerling van Boerhaave, was een van de beste hoogleraren die Harderwijk ooit binnen zijn muren had. Dat blijkt wel uit het vervolg van zijn carrière. Samen met zijn zoon David trok hij in 1754 naar Rusland om lijfarts te worden van tsarina Elisabeth. Linnaeus promoveerde bij vader De Gorter.
Caspar Georg Carl Reinwardt (1773-1854) was van 1808-1810 aan de Gelderse Academie verbonden. Hij was een uitstekende hoogleraar in de natuurlijke historie en in kruidkunde en scheikunde.
Maatschappij tot Nut van 't Algemeen
Studenten trokken vaak van de ene universiteit naar de andere. Vermoedelijk is dat de reden dat er niet zoveel beroemd geworden studenten in Harderwijk hebben gewoond. Martinus Nieuwenhuyzen (1759-1793) studeerde na de Latijnse school in Leiden. Vanaf 1780 tot 1784 volgde hij colleges geneeskunde aan de Gelderse Hogeschool in Harderwijk. Martinus promoveerde in 1784 aan de Friese Hogeschool in Franeker. Samen met onder andere zijn vader Jan Nieuwenhuyzen richtte hij in 1784 in Edam de Maatschappij van Konsten en Wetenschappen, tot Nut van 't Algemeen op, kortweg Het Nut genoemd. Deze organisatie hield zich bezig met onderwijs en opvoeding en richtte onder andere een spaarbank, een verzekeringsmaatschappij en leeszalen op. Het Nut bestaat nog steeds.
Hongarije
De Hongaar Apáczai János Csere (1625-1659) wordt met een plaquette aan de Catharinakapel geëerd. De Hongaren beschouwen deze calvinistische godgeleerde en docent als een van de grootste personen uit hun geschiedenis. Vooral omdat hij de eerste encyclopedie in het Hongaars heeft geschreven. Er zijn daar zelfs straten en scholen naar hem genoemd. Hij is één van de tientallen Hongaren die in Harderwijk hebben gestudeerd. János bleef vijf jaar in Nederland en trouwde met de Nederlands Aletta van der Maat.
Van arts tot minister van...
Cornelis Rudolphus Theodorus Krayenhoff (1758-1840) studeerde hier filosofie en medische wetenschappen. Hij vestigde zich in 1782 als arts in Amsterdam. Hij trouwde in Harderwijk op 20 maart 1788. Van 1809-1810 was hij minister van Oorlog.
Bijna een derde van de studenten in Harderwijk was afkomstig uit Gelderland. Vanwege de gunstige ligging van Harderwijk kwamen er ook veel studenten uit het Duitse Westfalen. Harderwijk was voor velen aantrekkelijk omdat wonen, studeren en promoveren er aanzienlijk goedkoper waren dan in de Hollandse steden.