Op het meest westelijke puntje van Wieringen, vlak bij de Amsteldiepdijk en aan het Wad, loopt de quarantaineweg. Door veel Wieringers wordt dat stukje van het voormalig eiland dan ook nog steeds aangeduid als ‘de quarantaine’. In deze tijd zijn we allemaal goed bekend met het woord ‘quarantaine’, namelijk het afzonderen van zieke mensen om verspreiding van ziektes te voorkomen. En dat is ook wat op deze plek gebeurde tijdens verschillende periodes in de geschiedenis.
De eerste keer dat Wieringen als quarantaineplaats werd aangeduid was in de 17e eeuw. Toen moesten terugkerende VOC-schepen voor de kust van het eiland liggen wachten voordat ze door mochten naar steden als Enkhuizen of Amsterdam. Een arts of chirurgijn kwam dan aan boord om de bemanning te controleren op besmettelijke ziektes. Als alles in orde was, mocht het schip verder. De zieke bemanning kwam verder niet aan wal, maar werd op het schip verzorgd.
Dit soort maatregelen golden telkens als er weer een besmettelijke ziekte in Europa heerste, of elders in de wereld waar handel werd gedreven. Vanaf de 19e eeuw werden zieke bemanningsleden opgevangen op het eiland. Tijdens die eeuw vonden er meerdere cholera-uitbraken plaats. Waar nu Camping Zeezicht ligt, stonden vroeger barakken waarin de patiënten werden verpleegd. In een tijd voor de uitvinding van antibiotica was dit niet eenvoudig. Veel pati- enten hebben dit dan ook niet overleefd. Een aantal overledenen is op Wieringen begraven, waaronder Duitse emigranten die in een overvol schip op weg waren naar Amerika. Dat was in oktober 1853. Een krantenartikel (Algemeen Handelsblad) uit die tijd: “Bij onderzoek van het schip bleek, dat, hoezeer het tusschendeks betrekkelijk hoog mogt worden genoemd, daarin echter 297 personen van allerlei jaren en kunne waren opeengehoopt, van welke sommigen tot ligging en dekking niets bezaten dan eene vaste kooi tegen boord, in den eigenlijken zin des woords een bak in welke de gansche familie moest slapen, ja! Bijkans woonde, op een weinig los daarin geworpen gedroogd zeewier.
Dankzij een cholera-uitbraak op het veel te volgepropte slaapdek zouden zij nooit in Amerika aankomen. Zij liggen begraven op het kerkhof van Westerland.
Wieringen was als eiland geschikt om als quarantaineplaats te dienen. De quarantaine was streng afgesloten van de rest van het eiland, maar mocht er toch besmetting plaatsvinden, dan zou de ziekte niet zo snel naar het vasteland kunnen verspreiden. Wieringen was echter ook slecht te bereiken door het moeilijk begaanbare Waddengebied. Kapiteins waren dan ook niet altijd blij als ze die kant op gestuurd werden. Daarnaast moest een arts van het vasteland komen met een boot, dus het duurde soms even voordat de zieken verpleegd konden worden. De arts had een woning binnen de quarantaine, maar verbleef daar alleen tijdens zijn dienst.
In 1876 zijn de barakken afgebroken. Toen kwam het gebied in handen van de marine, die er een kruitopslag en een werkplaats neer- zetten. Er kwam een huis voor de bewaarder van de kruitopslag. In 1920 werd het gebied ontruimd, er moest plaats worden gemaakt voor een aan te leggen spoorlijn over de Afsluitdijk, maar die is er nooit gekomen. De diepe geul langs de N99 herinnert hier nog aan.
Kijk verder
- Op dit moment is er niets meer te zien van de quarantaine of de gebouwen van de marine. Het enige wat nog aan vroeger herinnert is de naam ‘quaran- taineweg’. Toch is het gebied het bezoeken waard tijdens een fiets- of wandeltocht. Het is een hoog stukje Wieringen met prachtig uitzicht over de Waddenzee.