Met slechte zin had de in Dordrecht geboren Wilhelmus Lindanus (1525-1588) zijn benoeming tot bisschop geaccepteerd. Nadat hij in Roermond was ontvangen, vervolgens in de Heilige-Geestkathedraal de mis had verzorgd, en ten slotte zijn intrek had genomen in het door de protestanten geplunderde klooster dat de naam Hiëronimus had, begon deze eerste bisschop van Roermond aan zijn taak. Daarbij liet hij zich kennen als een fanatiek aanhanger van de katholieke reformatie oftewel de Contrareformatie: de reactie van de katholieke Kerk op de Reformatie. Zo riep hij onmiddellijk alle priesters van zijn bisdom bijeen. Uit de hoge opkomst en de belofte van gehoorzaamheid aan hun bisschop bleek een grote bereidheid van deze priesters om met hem samen te gaan werken. Lindanus kondigde aan dat hij de priesters in de kerkelijke regels en gebruiken wilde bijscholen, en de onwetendheid onder de gelovigen wilde verminderen, zoals de kerkvergadering van het Concilie van Trente (1545-1563) had bepaald.
Nieuw bisdom
Tijdens deze kerkvergadering, dat had plaatsgevonden in het ‘Italiaanse’ Trente (vandaar de naam ‘Concilie van Trente’), was bovendien besloten dat bisdommen [venster 10] kleiner moesten worden zodat de naleving van de katholieke leer beter kon worden gecontroleerd. Het kostte namelijk veel tijd om door omvangrijke bisdommen te reizen en te checken of iedereen zich wel hield aan de katholieke regels en gebruiken. Ook in de Nederlanden werd daarom, met medewerking van de katholieke koning Filips II (1527-1598), een aantal nieuwe bisdommen opgericht ter aanvulling op de al bestaande. De grenzen hiervan moesten samenvallen met die van de gebieden waarover hij heerste. Op deze manier ontstond het plan om in het Maasland het bisdom Roermond te stichten. Maar het verzet hiertegen bleek aanzienlijk te zijn. De bisschoppen van Luik en Keulen waren tegen de afsplitsingen van stukken land van hun bisdom ten gunste van dat van Roermond. Want voor hen betekende dit een flinke vermindering van status en inkomsten. Toch kwam het bisdom Roermond er uiteindelijk, in 1559. Het omvatte slechts een deel van het Maasland (de rest bleef Luiks of Keuls) en had niet meer dan honderdvijftig ‘parochies’. In de katholieke Kerk waren (en zijn) dat kleinere territoriale eenheden waarin de zorg voor gelovigen plaatsvindt. Het bisdom Luik had er maar liefst tien keer zoveel! Het bisdom van Lindanus was verder relatief arm. Door alle onrust veroorzaakt door de Beeldenstorm en het begin van de Opstand kon de bisschop van Roermond pas in 1569 worden ingehuldigd.
Bisschop Lindanus
Om zijn bisdom beter te leren kennen, reisde Lindanus stad en platteland af. Zo bezocht hij in 1570 Weert. Hier had de Reformatie een stevige aanhang gekregen, omdat Anna van Egmond, de moeder van de graaf van Horn die in 1568 in Brussel was onthoofd, en diens echtgenote de protestantse hervormingsgezinden hadden gesteund [venster 21]. Lindanus handelde daadkrachtig in zijn strijd tegen zulke ‘andersdenkenden’. Niet alleen zorgde hij ervoor dat priesters, van wie hij vermoedde dat zij hem steunden, terecht kwamen op belangrijke posities in zijn bisdom. Ook verbood hij de protestanten om samen te komen en spoorde hij protestantse boeken op, die hij vervolgens liet verbranden op de Markt in Roermond. Verder liet hij de priesters die hem vanuit Roermond begeleidden, zo vaak mogelijk de mis verzorgen en preken geven over het geloof. Al dit werk werd echter teniet gedaan doordat Weert in 1572 in handen viel van de troepen van Willem van Oranje (1533-1584). Die hadden ook Roermond ingenomen en er geplunderd. Daarbij vermoordden de soldaten onder meer twaalf kloosterlingen [venster 37]. De bisschop had zelf de stad op tijd verlaten.
Herstel bisschoppelijke hiërarchie
Nadat de Spaanse troepen Weert en Roermond weer hadden ingenomen, kon Lindanus opnieuw beginnen aan het herstel van de katholieke Kerk in zijn bisdom. Het duurde jaren voordat hij een ‘seminarie’ had opgericht: een opleiding die moest zorgen voor goed getrainde priesters. Tot aan zijn vertrek naar Gent (in het huidige België) in 1588 maakten oorlogshandelingen nog enkele malen zijn werk van ‘re-katholisering’ (‘re’ betekent ‘opnieuw’) moeilijk. In juli van dat jaar verliet Lindanus Roermond om de nieuwe bisschop van het bisdom Gent te worden. Dit zag hij als een stap omhoog, een promotie. De stad Gent en het gelijknamige bisdom waren groter en rijker dan Roermond. In 1801, in de Franse Tijd [venster 27], werd het bisdom Roermond opgeheven. In de stad herinnert de Lindanussingel ons tegenwoordig nog altijd aan het leven en de daden van de eerste bisschop. Vanaf 1853 is er sprake van het tweede bisdom Roermond. In dat jaar werd in Nederland de ‘bisschoppelijke hiërarchie’ hersteld: het hele kerkelijke systeem van bisdommen en parochies. Naast het (tweede) bisdom Roermond kwamen er toen vier andere bisdommen, namelijk Utrecht (aartsbisdom), Den Bosch, Breda en Haarlem. Dit is een belangrijke stap geweest op weg naar de katholieke ‘verzuiling’ [venster 43].