In de vroege ochtend van 25 januari 1942 vertrekt een elektrische trein van Gouda naar Utrecht met een vertraging van een kwartier. Het is zondag en de eerste trein van die dag is nauwelijks bezet. Het is steng winterweer: het zicht is slecht, het sneeuwt, waait en vriest ruim tien graden. Ennkele kilometers na het passeren van station Vleuten stopt de machinist zijn trein ter hoogte van boerderij Hof ter Weyde (Terwijde), omdat hij een sein heeft gemist. Om dit sein nog te zien, rijdt hij stapvoets terug tot vóór het sein.
Station Vleuten heeft via het spoorcontact al doorgekregen dat de trein het sein is gepasseerd en geeft daarom het baanvak vrij voor de aanstormende internationale stoomtrein van Den Haag naar Duitsland. Ruim een minuut na het passeren van station Vleuten boort deze trein zich met een snelheid van meer dan 100 km per uur in de elektrische trein. De klap is hard, de ravage groot. Wonder boven wonder komen bij deze aanrijding slechts twee mensen om.
Na het ontsporen van de trein vliegt deze in brand. De brandweer spoedt zich naar de plaats van het ongeluk om de brand te blussen. Dit vindt plaats in de ijzig koude sneeuwstorm. Alles bevriest, zelfs de brandslangen. De spuitgasten geven het op en de trein brandt geheel uit. Door sneeuw en ijsafzetting kunnen de brandweerlieden hun pakken nauwelijks meer uit krijgen.
Enkele dagen na de aanrijding begint het bergen van de brokstukken. Met snijbranders worden de stukken trein van elkaar gescheiden en de restanten overgebracht naar het rangeerterrein bij Vleuten. ’s Avonds breekt er opnieuw brand uit. Opnieuw heeft de brandweer grote moeite de brand te bestrijden. Uiteindelijk valt de schade van deze brand mee.