Samuel van Houten was een liberale politicus die erg duidelijke meningen had over hoe het land bestuurt moest worden. Hij was bijvoorbeeld tegen speciaal onderwijs en kunstmatige nivelleringspolitiek.
In 1874 was het Kinderwetje opgesteld, ook een voorbeeld van de duidelijke ideeën van van Houten. Hierin stond dat kinderen onder de twaalf jaar niet mochten werken.
Er stond niks in over de lonen van de kinderen of de lonen van de ouders wat de oorzaak was van het probleem. De ouders kregen gewoon niet genoeg loon om voor het gezin te zorgen en daardoor moesten de kinderen werken. Hierdoor was de wet minder effectief dan had gekund voor vele mensen.
Ook doordat het nauwelijks gecontroleerd werd deden veel fabrieken de wet negeren en gingen gewoon door met het laten werken van kinderen. Daarom moesten er nog meer wetten komen zoals leerplicht en de Arbeidswet om er echt voor te zorgen dat kinderarbeid gestopt werd.
De wet die Samuel van Houten heeft opgesteld heeft te maken met de rechtstaat een parlementaire democratie omdat hij de eerste stappen heeft gezet tegen kinderarbeid. Hierdoor werden jongere kinderen beschermt tegen de brutale omstandigheden in de fabrieken.