In 1795 eindigde de Bataafse Revolutie en een gevolg hiervan was het einde van het stadhouderlijk stelsel. Binnen dit stelsel draaien alles om de diensten die het hof aan de leden van ridderschappen en stadsregeringen werden gegeven.
Doordat dit stelsel nu weg was kwam de Nationale Vergadering bij elkaar. Het reglement zei dat er binnen twee weken een grondwetscommissie moest komen. Die commissie moest de grondwet ontwerpen en binnen zes maanden aan de Nationale Vergadering voorleggen. Dit werd gedaan en op 10 november 1796 werd het plan voorgelegd. Na bijna tien maanden werd dit plan met een grote meerderheid verworpen.
Er werd een tweede commissie gevormd die met een nieuw plan moest komen. Maar zou konden nooit hun plan afmaken. Terwijl de tweede commissie een plan aan het maken was werd er staatsgreep gepleegd. Hier werden ze door de Constituerende Vergadering ontbonden. Diezelfde dag nog werd er een derde commissie opgesteld die de Staatsregeling van 1798 ontwierp. Op 4 mei 1798 trad deze Staatsregeling in werking. In 1801 kwam er een nieuwe Staatsregeling in plaats van die van nu.
De Staatsregeling van 1798 is een van de eerste regelingen die hetzelfde deed als een grondwet in de Bataafse Republiek. Dit gebied bestaat uit een groot deel van wat nu Nederland is. Daarom hoort het bij de parlementaire democratie van Nederland omdat het een begin was van de eerste grondwetten in Nederland.
