Schilderij Bieling
Herman Bieling (1887-1964) was een veelzijdig kunstenaar. Hij zag het levenslicht in Rotterdam, maar heeft op verschillende plekken gewoond. Bieling verbleef en schilderde regelmatig in Ouddorp. Hij kon genieten van de omgeving en had met name oog voor de oude, ietwat vervallen gebouwen. Een goed voorbeeld is het bokkenkot op 'de Brussel', bijna aan het einde van de Pik de Poeweg, de huidige Marijkeweg. In Ouddorp waren vroeger meerdere geitenfokverenigingen. Een van de leden beheerde een kot (hok) met bokken. Leden van de vereniging konden daar terecht om hun geiten te laten 'dekken'.
![](/image/2019/2/27/vensterplaat_def_willibrord_kleur.jpg%28mediaclass-window-plate-bg.6a3bbecb5dc2f740a0ed20a935895a4cda45a620%29.jpg)
-
Verspreiding van het christendom
Het christendom verspreidt zich in de Romeinse tijd in een groot deel van Europa. Romeinse soldaten brengen dit geloof zelfs naar Engeland waar de bewoners geloven in de Germaanse goden. Langzaam komen daar steeds meer kerkjes en kloosters. Rond 600 bekeert de Engelse koning zich tot christen en wordt de Engelse kerk gesticht. En Nederland?
In het gebied ten noorden van de Rijn en aan de kust wonen de Friezen. Zij geloven ook in de Germaanse goden. Het lukt de Romeinse soldaten niet dit gebied te veroveren. Dit gebied blijft nog lang van de Friezen met hun eigen geloof. Na de Romeinen proberen de christelijke Franken uit het zuiden het gebied te veroveren. Ook dat gaat moeizaam.
-
Willibrord
De Engelse monnik Willibrord hoort over reizen naar het vasteland van Europa. Dit zijn missies om de ‘ongelovigen’ te bekeren tot het ‘ware’ geloof. Dat spreekt hem erg aan. Willibrord is zelf een zeer gelovig man. Met een groep monniken steekt hij in 690 de Noordzee over om de Friezen te bekeren. We noemen zo iemand een missionaris. Wie was Willibrord?
Willibrord wordt in het jaar 658 geboren in het noorden van Engeland. Als zijn moeder sterft, brengt zijn vader hem naar een klooster. Hij is dan nog maar 6 of 7 jaar oud. Willibrord leert hier bidden, lezen en schrijven. Als Willibrord 20 jaar is vertrekt hij naar een klooster in Ierland. Daar krijgt hij het verlangen om missionaris te worden en anderen te bekeren tot het christendom.
-
Op missiereis in Friesland
Willibrord landt op de Nederlandse kust bij de monding van de Rijn, waar nu Katwijk ligt. Hij trekt naar Utrecht en bouwt daar op de resten van het Romeinse fort een kerk. Op het Domplein kun je nog zien waar dit kerkje heeft gestaan. Ook op veel andere plekken bouwt hij kerken. Vanuit Utrecht trekt Willibrord het gebied van de Friezen in om hen te kerstenen. Wat betekent kerstenen?
Kerstenen betekent bekeren tot het christendom. In het woord kerstenen zit het woord kerst, een oud woord voor Christus. Als iemand zich tot het christendom bekeert dan moet hij de oude goden afzweren en wordt hij gedoopt. Bij het dopen word je overgoten met water of erin ondergedompeld. Daarbij worden speciale woorden uitgesproken. De doop laat zien dat je aan een nieuw leven bent begonnen! Maar niet alle Friezen nemen het nieuwe geloof zomaar aan.
-
Twee geloven tegenover elkaar
Willibrord trekt rond om de boodschap van Jezus, de zoon van God te brengen. Maar de Friezen geloven in Wodan (oppergod), Donar (dondergod) en Freya (godin van de vruchtbaarheid). Dat is volgens de christenen niet het ware geloof. De Friezen worden daarom heidenen (ongelovigen) genoemd en het geloof in hun goden noemt de kerk bijgeloof. Wat is het verschil?
Christenen geloven in één god, net als Joden en Moslims. Germanen geloven in meerdere goden, zoals Wodan, Donar en Freya. Hun geloof is gekoppeld aan natuurverschijnselen en de seizoenen. Zij vereren hun goden vooral op plekken in de natuur, zoals bij bomen, zwerfkeien en waterbronnen. De christenen bouwen kerken om in bij elkaar te komen en samen hun God te eren.
-
Hulp van de Franken
Het verspreiden van het geloof gaat niet zonder slag of stoot. Niet alle Friezen zitten te wachten op een vreemdeling die ze een ander geloof aan wil praten. Willibrord heeft hulp nodig om veilig rond te trekken. Hij zoekt hulp bij de paus en bij de Frankische leider Pepijn II van de christelijke Franken in het zuiden. Pepijn II van Herstal is een soort minister van het christelijke Frankische rijk en wil Willibrord graag helpen. Waarom wil Pepijn II Willibrord helpen?
De Friezen en Franken voeren al een poos strijd om land. Utrecht, de standplaats van Willibrord, ligt in het grensgebied. Pepijn II hoopt dat het Willibrord lukt de Friezen te kerstenen. Als de Friezen hetzelfde geloof hebben accepteren ze waarschijnlijk sneller zijn macht. Het lijkt een mooie kans om het Frankische rijk nóg groter te maken. Pepijn geeft Willibrord daarom soldaten om hem te beschermen op zijn missie en stukken land om meer kerken te bouwen.
-
Slim en overtuigend
Hoe bekeer je een volk dat gelooft in andere goden? Mooie verhalen, interessante voorwerpen en bijzondere kleding moeten de ‘ongelovigen’ overtuigen. Lukt dat niet, dan laat Willibrord Wodans-eiken (heilige bomen) omhakken of heilige beelden vernietigen. Als blijkt dat Wodan dit omhakken niet onmiddellijk bestraft, zijn de Germanen onder de indruk. Zo laat hij de Friezen zien hoe machtig zijn God is. Wat doet hij nog meer?
Willibrord geeft Germaanse gebruiken een christelijk tintje. De geboorte van Christus (Kerstmis) valt in dezelfde periode van het oude Germaanse zonnewende-feest. Het zonnewende-feest wordt gevierd wanneer in december de dagen weer langer worden en het licht terugkeert. Met de geboorte van Christus komt volgens de christenen ook het licht terug op de wereld. Beide feesten gaan dus over het terugkeren van het licht. Zo worden langzaam de oude feesten (zonnewende-feest) en rituelen vervangen door nieuwe christelijke feesten (Kerstmis) en rituelen.
-
De Heilige Willibrord
Willibrord sticht veel kerken en kloosters, bijvoorbeeld in Echternach (Luxemburg). Als Willibrord in 739 sterft, 81 jaar oud, wordt hij daar begraven. Al snel wordt hij als heilige vereerd. Er zijn verschillende wonderen aan hem toegeschreven. Willibrord vulde bijvoorbeeld een vat met wijn met één aanraking van zijn staf. Waarom is Willibrord zo belangrijk voor Nederland?
Willibrord heeft in Nederland een belangrijke basis gelegd voor het christendom. Tijdens en na zijn leven is hij een voorbeeld voor andere missionarissen, zoals Bonifatius. Maar Bonifatius wordt na de dood van Willibrord door de Friezen vermoord. De Friezen houden lang vast aan hun eigen geloof. Het duurt nog 200 jaar voordat de kerk meer macht krijgt. Pas rond het jaar 1000 is het christendom belangrijk in het leven van iedereen.
Vensterplaat Willibrord. Voor docenten: Vensterles groep 5-6 of groep 7-8. Illustratie: Jan Lieffering.
![](/image/2019/2/27/vensterplaat_def_willibrord_kleur.jpg%28mediaclass-media-thumb.919ec29506596ebdcb84c770c7b572639982ebbb%29.jpg)
Vensterplaat
![](/image/2017/7/1/kareldegrote-142890433.jpg%28mediaclass-window-plate-bg.6a3bbecb5dc2f740a0ed20a935895a4cda45a620%29.jpg)
-
Koning Karel de Grote
Meer dan 1200 jaar geleden hoort Nederland bij het enorme Frankische rijk. Karel de Grote is de koning. Waarschijnlijk krijgt hij die bijnaam omdat hij zo'n groot rijk bezit. Maar hij is zelf ook groot. In de middeleeuwen zijn de mensen kleiner dan nu. Karel is 1 meter 84 en steekt met kop en schouders boven de meeste mensen uit.
De Saksen zijn Karels grootste vijanden. Zij zijn geen christenen, zoals Karel, maar geloven in Germaanse goden. De Saksen vallen steeds Frankische dorpen aan. Karel wil het land van de Saksen veroveren. Hij belooft dat hij ze niet zal doden als ze christenen worden. Omdat ze dat weigeren, laat hij hun heilige bomen omhakken. Karel laat hele gebieden verwoesten, dorpen verbranden en duizenden gevangenen onthoofden. Pas na meer dan 30 jaar geven de Saksen zich over.
-
Tot keizer gekroond
In Rome woont de paus. Hij is het hoofd van de kerk en dus van alle christenen. Rijke mannen vinden dat hij zijn werk niet goed doet en sluiten hem op. De paus ontsnapt uit zijn kerker en vlucht naar Karel. Die zorgt ervoor dat de paus weer de baas wordt in Rome. Als dank kroont de paus hem in het jaar 800 tot Keizer van het Avondland (Europa).
Karel is nu de machtigste man van het christelijke Europa. Hij ziet zichzelf als opvolger van de Romeinse keizer. Het Romeinse rijk is een belangrijk voorbeeld voor hem. Dat zie je aan de kerken en paleizen die hij laat bouwen. Maar je ziet het vooral ook aan de munten die hij laat slaan. Daarop staat hij afgebeeld als een Romeinse keizer.
-
Vader van Europa
Na veel veldtochten is Karels rijk bijna net zo groot als Europa nu. Hij is de eerste met zo'n groot land na de Romeinen. Daarom noemen we hem ook wel Vader van Europa. Rust en eenheid is belangrijk in zo'n enorm rijk. Daarom laat Karel alle wetten en regels opschrijven en zorgt hij ervoor dat iedereen zich daaraan houdt.
Als er in een groot land ontevreden mensen zijn, kan er een opstand uitbreken. Daarom werkt hij op allerlei manieren aan de eenheid in zijn rijk. Het christelijke geloof blijft daarbij het belangrijkst. Wie de priesters of het christendom beledigt kan zelfs de doodstraf krijgen. Ook moet er één munt komen. Tot zijn spijt lukt hem dat niet. De euro komt er pas twaalf eeuwen later, in 2002.
-
Trouwe leenmannen
Het is niet makkelijk om zo'n groot land te regeren. Je weet nooit of ergens een opstand uitbreekt. Maar daar heeft Karel iets op bedacht. Hij geeft rijke mensen een stuk land te leen. In ruil daarvoor zweren deze leenmannen trouw aan de koning. En ze moeten veel doen: de rust bewaren, wetten uitvoeren en soldaten sturen voor zijn leger.
Karel reist zelf ook veel door het land om te weten wat er gebeurt. Op verschillende plaatsen in zijn rijk heeft hij een palts. Daar komt het woord 'paleis' vandaan. Er horen ook gebouwen bij voor de hofhouding en de soldaten. Om de belangrijkste gebouwen staat een muur. Daarbuiten zijn de boerderijen, die het voedsel voor de koning en zijn mensen moeten leveren. Ook in Nederland heeft Karel een palts: het Valkhof in Nijmegen. Helaas is het niet bewaard gebleven. De heuvel waarop hij stond is er nog wel.
-
Wie schrijft die blijft
In de middeleeuwen kunnen veel mensen niet lezen en schrijven. Zelfs de koning niet! Maar hij vindt het belangrijk dat meer mensen dat leren. Daarom moeten de monniken nieuwe letters ontwikkelen. Die zijn makkelijker te lezen. We gebruiken ze nog steeds. Ook komen er scholen voor rijke jongens. Die kunnen Karel later helpen zijn rijk te besturen.
Een koning moet belangrijke papieren ondertekenen. Maar hoe doe je dat als je niet kunt schrijven? Speciaal voor Karel de Grote hebben de monniken een mooie handtekening bedacht. Zij schrijven het grootste deel en Karel hoeft dan nog maar 2 lijntjes te zetten.
-
Karels einde
Als Karel ouder wordt wil hij niet meer zoveel reizen. Daarom zoekt hij één plek om te wonen. Hij kiest voor de stad Aken, want daar kan hij lekker zwemmen in de geneeskrachtige warmwaterbronnen. Karel de Grote sterft als hij 72 is. Dat is erg oud voor die tijd. Zijn zoon Lodewijk de Vrome volgt hem op.
In de tijd van Karel hebben mensen nog geen achternamen. Koningen krijgen vaak een bijnaam. Die is soms wel grappig. Karels vader heet koning Pepijn de Korte en zijn moeder Bertrada met de Grote Voeten. Die bijnamen zeggen natuurlijk iets over de persoon. Karel houdt van lekker en veel eten en geld uitgeven. Zijn zoon vindt het belangrijk om als christen zuinig te zijn. Hij is een rustige, serieuze man. Tot zijn spijt lukt het Lodewijk niet om het rijk van zijn vader bijeen te houden. Het wordt verdeeld onder zijn drie zonen. Dat betekent het einde van het machtige Frankische rijk.
-
Hoofdstad Aken
Karel kiest Aken als hoofdstad van zijn rijk en bouwt er zijn belangrijkste palts. Het ligt op een goede, veilige plek middenin zijn rijk en vlakbij de Ardennen. Daar kan hij lekker jagen. Aken is voor Karel het nieuwe Rome. Hij laat er een prachtige kerk bouwen. De kapel van die kerk is er nog steeds. Het is de plek waar Karel werd begraven.
In Aken kun je nog gebouwen en voorwerpen uit Karels tijd bekijken. De prachtige dom staat op de plek waar Karel ooit zijn palts (paleis) had. In de kapel vind je een met goud beklede doodskist met de beenderen van Karel. Ook zijn marmeren troon kun je er zien. Het is alleen niet de echte, maar een kopie. In de schatkamer van de Dom worden bijzondere voorwerpen bewaard uit de tijd van Karel. Heel veel goud en edelstenen!
-
Spannende ridderverhalen
Na Karels dood verschijnen er veel verhalen over hem. Een van de beroemdste is 'Karel en Elegast'. Dat verhaal wordt rond het jaar 1250 geschreven - meer dan 400 jaar na zijn dood! Voor ons zijn die middeleeuwse verhalen moeilijk te lezen. De taal is heel anders en de spelling ook.
'Karel en Elegast' begint met een droom. Een engel fluistert Karel in dat hij moet opstaan om te gaan stelen. Karel wil niet (want wat als hij betrapt wordt?), maar hij is een gelovig man, dus hij gehoorzaamt de engel toch. In het pikkedonker gaat hij naar buiten. In het bos wordt hij aangevallen door een zwarte ridder. Karel verslaat hem en ontdekt dat hij Elegast heet. Op het eind van het verhaal weet je waarom de engel Karel op pad heeft gestuurd…
-
Witte Olifant
Karel wil goede vrienden blijven met de landen om hem heen. Hij is rijk en geeft graag dure cadeaus. Daarmee maakt hij veel indruk op andere staatshoofden. Maar zelf krijgt hij het meest bijzondere geschenk… de witte olifant Abul Abbas. Karel krijgt hem van Harun-al-Rashid, de kalief (hoofd van de gelovigen) van Bagdad. Dit is nu de hoofdstad van Irak.
Bagdad is de hoofdstad van het Arabische rijk. De stad is rijk door de handel. Europa heeft nog geen grote steden, maar Bagdad heeft al 1 miljoen inwoners! Karel heeft een gezantschap naar de kalief gestuurd. Die stuurt hem als teken van vriendschap de olifant. Abul-Abbas gaat mee op Karels reizen. Karel gebruikt hem misschien om de vijand te laten schrikken. In een veldslag tegen de Denen komt de olifant om het leven.
Vensterplaat Karel de Grote. Voor docenten: Vensterles groep 5-6 en 7-8. Illustratie: Jan Lieffering.
![](/image/2017/7/1/kareldegrote-142890433.jpg%28mediaclass-media-thumb.919ec29506596ebdcb84c770c7b572639982ebbb%29.jpg)
Vensterplaat