Hillegonda van Uildriks (1863-1921)
Hillegonda (Gonne) groeit op in Groningen als jongste dochter van een gemeentesecretaris. De familie bevindt zich in goede kringen. Gonne studeert bij de Haagse Academie. Hier haalt zij het diploma voor het middelbaar onderwijs handtekenen. Gonne heeft tijdens haar studentenleven veel vriendinnen. Op de jonge leeftijd van negentien jaar krijgt zij al een aanstelling als lerares. Zij geeft les op de gemeentelijke HBS voor meisjes in Groningen.
Gonne is het literaire talent van de familie. In haar studententijd schrijft zij al voor een feest van het studentencorps een toneelstuk. Haar ontwikkeling blijft groeien. Zo gaat zij Grieks en Latijn studeren. Door haar huwelijk stopt zij met werken en wordt huisvrouw. Ze heeft een turbulent leven met pieken en dalen. In 1899 wordt ze tijdelijk opgenomen in psychiatrisch ziekenhuis Veldwijk. Na een jaar van behandelen mag zij naar huis. Zij schrijft twee kinderboeken en doet veel vertaalwerk. Zo vertaalt zij boeken van Jane Austen en Edgar Allen Poe. Door het vele werk raakt zij opnieuw psychisch van slag. In 1921 wordt zij opnieuw opgenomen in Veldwijk. Zij overlijdt hier en haar grafsteen staat op de nieuwe begraafplaats van Veldwijk.
Willemina Jacoba van Gogh (1862-1941)
Net als haar broer Vincent wordt Willemina (Wil) in Zundert geboren. Zij komt uit een domineesgezin. Zij is intensief betrokken bij de vrouwenbeweging. Zij wil laten zien dat vrouwen kunnen meedraaien in het arbeidsproces. In 1898 wordt de Nationale Tentoonstelling van Vrouwenarbeid georganiseerd. Wil is lid van de centrale tentoonstellingscommissie. Zij regelt het verzendwerk en is verantwoordelijk voor het plaatsen van de objecten. Zij doet ook diverse personeelstaken. Na deze tentoonstelling gaat de strijd voor verbetering van de positie van vrouwen door. Langzamerhand gaat haar geestelijke gezondheid achteruit. In 1902 komt Wil naar psychiatrisch ziekenhuis Veldwijk en verblijft daar de helft van haar leven. Haar laatste rustplaats is de nieuwe begraafplaats van Veldwijk.
Marie Anna Catharina Mensing (1854-1933)
Marie groeit op in Den Haag als dochter van een boekhandelaar. Na het afronden van haar opleiding gaat zij aan de slag in het onderwijs. Zij heeft een sterk gevoel voor rechtvaardigheid. Dit leidt tot socialistische activiteiten. Rond haar veertigste wordt zij actief in de vrouwenbeweging. Zij wordt de eerste voorzitter van de Vereniging voor Vrouwenkiesrecht. Marie heeft een groot aandeel in het ontstaan van de Sociaal Democratische Partij. Zij is de eerste vrouwelijke secretaris.
Marie is strijdvaardig en heeft een groot doorzettingsvermogen. Rond 1920 hoort men niet zoveel meer van Marie. Haar gezondheid wordt minder. De laatste periode van haar leven brengt zij door in psychiatrisch ziekenhuis Veldwijk vanwege dementie. Op 5 april 1933 overlijdt Marie. Zij ligt begraven op de nieuwe begraafplaats van Veldwijk.
Bronnen en verder lezen:
- Grafstenen krijgen een gezicht – Gert Hofsink en Natalie Overkamp – uitgave 2011
- Brochure Zij/Hij in Ermelo – museum Het Pakhuis – uitgave 2019
Rechten
Canoncommissie Ermelo, 2022, CC-BY-NC